Onjuiste POK staat aan toepassing afdrachtvermindering onderwijs in de weg

Onjuiste POK staat aan toepassing afdrachtvermindering onderwijs in de weg

Op 22 februari 2019 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs in een zaak waar in de praktijkovereenkomsten (‘POK’s’) geen aanvangs- en einddata stonden vermelden en waarin ook niet het aantal te volgen praktijkuren per kalenderjaar stond vermeld. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (‘het hof’) kwam in deze zaak eerder tot het oordeel dat geen recht bestaat op toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. De onvolkomenheden zouden maken dat de Belastingdienst geen doelmatige controle kan uitvoeren. Het weigeren van toepassing van de afdrachtvermindering acht het hof in deze situatie niet onevenredig en buitenproportioneel. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten tegen het oordeel van het hof niet tot cassatie leiden. Deze beslissing van de Hoge Raad is niet nader gemotiveerd, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 1 maart 2019 heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak die veel gelijkenis vertoont met voornoemde zaak. Ook hier stelde de inspecteur zich op het standpunt dat formele gebreken en onjuistheden in de weg staan aan de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. Het hof stelt vast dat uit de POK’s’ niet kan worden opgemaakt, ook niet in samenhang met de onderwijsovereenkomst en de onderwijs- en examenregeling, welke deelopleidingen de werknemers zouden gaan volgen en welk aantal uren te volgen beroepspraktijkvorming daarbij horen. De POK’s voldoen op verschillende onderdelen niet aan de wettelijke voorwaarden. In alle gevallen is de gehele beroepsopleiding vermeld, terwijl slechts deelopleidingen werden gevolgd en niet aannemelijk is dat de intentie bestond dat de gehele beroepsopleiding zou worden gevolgd. Deze combinatie van onvolkomenheden staat een doelmatige controle door de Belastingdienst in de weg. Het hof is daarom van oordeel dat geen recht bestaat op de afdrachtvermindering.

Publicatiedatum: 11 maart 2019


Deel dit nieuwsbericht