Ontvangen compensatiebedragen wegens voortijdig beëindigen overeenkomst belast met btw

Ontvangen compensatiebedragen wegens voortijdig beëindigen overeenkomst belast met btw

Op 22 november 2018 heeft het Hof van Justitie een arrest gewezen waaruit volgt dat compensatiebedragen die worden ontvangen wegens het voortijdig beëindigen van overeenkomsten, belast kunnen zijn met btw.

Feiten
De Portugese vennootschap MEO verricht hoofdzakelijk telecommunicatiediensten. MEO sluit met haar klanten overeenkomsten om diensten te verrichten op het gebied van telecommunicatie, internettoegang, televisie en multimedia. In een aantal van die overeenkomsten wordt een minimumcontractduur bedongen en die klanten krijgen daarvoor gunstigere voorwaarden, met name lagere maandelijkse abonnementsgelden. In deze overeenkomsten is ook bepaald dat MEO recht heeft op een compensatie, als de overeenkomst vóór het einde van de overeengekomen minimumcontractduur, op verzoek van de klant of om een aan de klant toe te rekenen reden wordt beëindigd. De compensatie bestaat uit het bedrag van het maandelijkse abonnementsgeld vermenigvuldigd met het aantal maanden van de resterende minimumcontractduur. De overeenkomsten worden met name beëindigd wanneer klanten hun verplichtingen tot betaling van de maandelijkse abonnementsgelden niet nakomen. MEO heeft geen btw afgedragen aan de Portugese belastingdienst over deze als compensatie ontvangen bedragen. De Portugese belastingdienst heeft naar aanleiding hiervan naheffingsaanslagen opgelegd.

Hof van Justitie
Naar het oordeel van het Hof van Justitie vormen de als compensatie ontvangen bedragen vergoedingen voor diensten. MEO ontvangt namelijk door de compensatiebedragen hetzelfde totaalbedrag als wanneer klanten de minimumcontractduur uitdienen. De tegenprestatie van MEO voor de vergoedingen van de klanten bestaat uit het recht om gebruik te mogen maken van de diensten van MEO. Indien de compensatiebedragen zouden worden gekwalificeerd als schadevergoedingen, zouden klanten die hun overeenkomsten beëindigen voordat de minimumcontractduur is verstreken, anders worden behandeld voor de btw dan klanten die hun overeenkomst niet voortijdig hebben beëindigd. Aan de conclusie dat de als compensatie ontvangen bedragen vergoedingen voor diensten vormen, doen de volgende omstandigheden niet af:

  • Het feit dat met de compensatiebedragen wordt beoogd klanten ervan te weerhouden de minimumcontractduur niet na te leven en de schade te herstellen die MEO in geval van niet-naleving van die contractduur heeft geleden.
  • Het feit dat de beloning die een tussenhandelaar ontvangt bij ondertekening van een overeenkomst met een minimumcontractduur, hoger is dan bij een overeenkomst zonder minimumcontractduur.
  • Het feit dat compensatiebedragen naar nationaal recht worden gekwalificeerd als een boete.

Belang voor de praktijk
Voor de praktijk is van belang om vast te stellen of ontvangen bedragen, die moeten worden betaald of zijn betaald als overeenkomsten voortijdig worden beëindigd, belast zijn met btw. Onder de omstandigheden in het hiervoor beschreven arrest is dat het geval nu een btw-vrijstelling niet van toepassing is. Uit Europese jurisprudentie komen echter ook omstandigheden naar voren waarin dergelijke bedragen als schadevergoeding moeten worden aangemerkt en daarmee niet belast zijn met btw. Het is dan ook verstandig om per situatie te (laten) beoordelen of dergelijke bedragen belast zijn met btw of niet. In dat geval beperkt u het risico van naheffingsaanslagen, belastingrente en boetes of voorkomt u juist dat u onnodig btw afdraagt aan de Belastingdienst.

Publicatiedatum: 10 december 2018


Deel dit nieuwsbericht