Ook bij hogere uurvergoeding dan € 4,50 is vrijwilligersvergoeding mogelijk

Ook bij hogere uurvergoeding dan € 4,50 is vrijwilligersvergoeding mogelijk

Voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking of een fictieve dienstbetrekking op basis van de zogeheten gelijkgesteldenregeling is onder meer vereist dat er een beloning voor arbeid wordt verstrekt. Wanneer de vergoeding (zeer) beperkt is, dan kan deze kwalificeren als een onbelaste vrijwilligersvergoeding in de zin van artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964. 

De (fiscale) vrijwilligersregeling bepaalt dat de vergoedingen onbelast zijn, indien het gezamenlijke bedrag van de vergoedingen en verstrekkingen niet meer bedraagt dan € 150 per maand en € 1.500 per kalenderjaar. Daarbij geldt dat de arbeid niet bij wijze van beroep arbeid mag worden verricht én de arbeid moet zijn verricht voor een algemeen nut beogende instelling, een sportorganisatie of een niet als zodanig aan te merken lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting of daarvan is vrijgesteld.

Op 23 april 2015 is een uitspraak van Gerechtshof Amsterdam gepubliceerd over de vraag of de presentiegeld die een gemeente verstrekte aan een lid van een stembureau voor zijn werkzaamheden op de verkiezingsdag als een vrijwilligersvergoeding kwalificeert. In het betreffende geval had belanghebbende een vergoeding ontvangen van € 150 voor de werkzaamheden op de verkiezingsdag en het bijwonen van een introductiebijeenkomst. De verrichte werkzaamheden hadden in totaal 19 uur in beslag genomen. Omgerekend heeft belanghebbende derhalve (€ 150 : 19 =) € 7,89 per uur ontvangen.

De vrijwilligersregeling kan, als voormeld,  slechts worden toegepast als sprake is van werkzaamheden die niet bij wijze van beroep worden verricht. Bij de vraag of iemand beroepshalve werkzaamheden verricht, is de beloning die voor de werkzaamheden wordt ontvangen van belang en of deze beloning enigszins in overeenstemming is met het werk. Bij een beloning die aangemerkt kan worden als een marktconforme beloning is geen sprake van vrijwilligerswerk. De Belastingdienst beschouwt een uurvergoeding van ten hoogste € 4,50 (€ 2,50 wanneer de vrijwilliger jonger is dan 23 jaar) als een niet-marktconforme vergoeding (‘safe harbour’). Dit betekent dat bij een uurvergoeding (of een andersoortige vergoeding) die hoger is dan de genoemde normbedragen, niet in alle gevallen sprake behoeft te zijn van een marktconforme beloning. Het is aan belanghebbende om de feiten en omstandigheden aannemelijk te maken op grond waarvan een hogere (uur)vergoeding in zijn geval niet kan worden beschouwd als een marktconforme beloning. In casu had belanghebbende onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een vergoeding per uur van € 7,89 niet marktconform was voor de betreffende werkzaamheden op MBO-niveau. Ook niet nu blijkt dat het gemiddelde (bruto) loon van iemand met een MBO-diploma volgens CBS-gegevens (bij benadering en afgerond) € 11,50 bedraagt. Het presentiegeld is volgens het hof belast als resultaat uit overige werkzaamheid. 

Publicatiedatum: 27 april 2015


Deel dit nieuwsbericht