Opdrachtgever mag niet zonder meer loonheffing inhouden

Opdrachtgever mag niet zonder meer loonheffing inhouden

Mag u loonheffing inhouden op de vergoeding van de opdrachtnemer wanneer u meent dat er loonheffing is verschuldigd? In een civiele procedure besliste Gerechtshof Den Haag op 21 mei 2019 dat dat niet mocht.

In deze zaak verrichtte een gastdocente vanaf 2010 werkzaamheden voor de Hogeschool Rotterdam op grond van een overeenkomst van opdracht. De gastdocente beschikte over een VAR-verklaring. Op 10 april 2016 – vlak voor de invoering van de Wet DBA – heeft zij een offerte uitgebracht voor een nieuwe overeenkomst van opdracht. Deze werkzaamheden hielden in: 16 uur stagebegeleiding en 90 uur hoor- en werkcolleges, met begeleiding, toets en beoordeling. Vanaf mei 2016 vonden de werkzaamheden een aanvang.

Ingegeven door een eerder boekenonderzoek van de Belastingdienst over de periode 2010-2014 schortte de hogeschool de betaling (gedeeltelijk) op om vervolgens onder inhouding van loonheffing de vergoeding uit te betalen. Het hof komt nu tot het oordeel dat de hogeschool de volledige facturen moet betalen, zonder inhouding. Het hof neemt in haar overwegingen onder meer mee het feit dat de hogeschool al langer op de hoogte was van het standpunt van de Belastingdienst ter zake de gastdocenten, maar over de inhouding van loonheffing niets in de overeenkomst met de gastdocente heeft opgenomen. Daarnaast is niet gebleken dat de docente akkoord was met de inhouding van loonheffing.

Uit dit arrest wordt weer eens duidelijk dat het belangrijk is om een overeenkomst van opdracht te (laten) toetsen op fiscale aspecten, zoals op de kwalificatie fictieve dienstbetrekking, het verrekenen van de verschuldigdheid van loonheffing, etc. Met onze fiscale en arbeidsrechtelijke specialisaties kunnen we deze beoordeling desgewenst voor u uitvoeren.


Publicatiedatum: 27 mei 2019


Deel dit nieuwsbericht