Over uitkering aan erfgenamen van slachtoffer MH17-ramp is loonbelasting verschuldigd

Wanneer een werkgever voor de medewerker een overlijdenrisicoverzekering afsluit waardoor de medewerker een aanspraak heeft op een uitkering wegens overlijden ten gevolge van een ongeval, dan wordt deze uitkering krachtens artikel 11, eerste lid, onderdeel h, Wet op de loonbelasting 1964 niet als loon aangemerkt. Een eventuele uitkering is echter – door de zogeheten omkeerregel – wel belast.

Op 12 oktober 2018 zijn een vijftal uitspraken van Rechtbank Gelderland gepubliceerd waarin het ging om de vraag of de erfgenamen van een slachtoffer van de MH17-ramp loonbelasting moeten betalen over een verzekeringsuitkering die opkwam uit een overlijdensrisicoverzekering die de werkgever had afgesloten.

Volgens de rechtbank zijn de verzekeringsuitkeringen als loon aan te merken, omdat zij voortkomen uit afspraken in het arbeidscontract van het slachtoffer. Omdat de premies niet waren belast, is de verzekeringsuitkering wel belast. Het verweer dat de werkgever en het slachtoffer niet bekend waren dat de reisverzekering ook een overlijdensrisicoverzekering bevatte, zodat die overlijdensrisicoverzekering ook geen onderdeel van de arbeidsvoorwaarden uitmaakte en dus niet onder de dienstbetrekking viel, werd door de rechtbank niet gevolgd. De rechtbank vindt aannemelijk dat zowel de werkgever als het slachtoffer wisten van de polisvoorwaarden.

Onder het regime van de vrije vergoedingen en vrije verstrekkingen (beter gezegd, het regime dat gold voordat de werkkostenregeling werd toegepast) werd niet als loon aangemerkt vergoedingen en verstrekkingen die naar algemene maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren. Omdat de werkgever van het slachtoffer in 2014 de werkkostenregeling toepaste, konden de erfgenamen geen beroep (meer) doen op voornoemde uitzondering.

Publicatiedatum: 13 oktober 2018