Overname onderneming kan latente btw-schulden met zich brengen

Overname onderneming kan latente btw-schulden met zich brengen

Op 8 augustus heeft de Hoge Raad een arrest gewezen dat illustreert dat de overname van een onderneming latente btw-schulden met zich kan brengen.

Feiten

Belanghebbende, een fiscale eenheid voor de btw, exploiteert en handelt in onroerende zaken. Een van de bv’s die onderdeel is van de fiscale eenheid verkrijgt een onderneming zonder btw op de voet van wat thans artikel 37d van de Wet op de omzetbelasting 1968 is. Tot deze onderneming behoort een gebouw waarvan de herzieningsperiode nog niet is verstreken.

Door wijziging van het gebruik van het gebouw in het jaar van overdracht van de onderneming moest de fiscale eenheid op grond van de herzieningsregels btw betalen aan de belastingdienst. De vraag rijst of de fiscale eenheid de over het hele boekjaar verschuldigde btw voor haar rekening moet nemen, of slechts een deel omdat zij de onderneming pas laat in het boekjaar heeft overgenomen.

Hoge Raad

Uit het arrest volgt dat de fiscale eenheid de over het hele boekjaar verschuldigde btw voor haar rekening moet nemen, omdat de btw pas verschuldigd is geworden nadat zij de onderneming inclusief het gebouw heeft overgenomen.

Slot

Bij overname van een onderneming is het dus van belang om na te gaan of zich daarin (on)roerende zaken bevinden waarop voor de btw nog een herzieningsperiode rust. Indien dat het geval is, kan de overname latente btw-schulden met zich brengen zo illustreert het arrest van de Hoge Raad.

Publicatiedatum: 11 augustus 2014


Deel dit nieuwsbericht