Parkeren bij attractiepark belast met verlaagd btw-tarief!

Op 3 juli 2019 is een uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch gepubliceerd over de vraag of het verlaagde btw-tarief van toepassing is op het gelegenheid geven tot parkeren bij een attractiepark.

Feiten
Belanghebbende exploiteert een attractiepark. Op het terrein van belanghebbende bevindt zich een parkeerterrein voor auto’s en bussen (hierna: het parkeerterrein) en een fietsenstalling. Belanghebbende verleent in beginsel tegen een vergoeding (inclusief 6% btw) toegang tot het park. Voor kinderen kleiner dan 90 centimeter en rolstoelgebruikers is de toegang tot het park gratis. Voor het parkeren van auto’s hanteert belanghebbende een vergoeding (inclusief 21% btw). Het parkeren van touringcars en het stallen van fietsen is gratis.

Het parkeerterrein is alleen toegankelijk via een slagboom en het parkeren op het parkeerterrein is alleen toegestaan voor bezoekers van het park. Dit staat ook op de bebording bij de slagboom aangegeven. Het parkeerterrein kan alleen worden verlaten met een parkeerkaart. Parkeerkaarten zijn te koop in combinatie met entreekaarten (onder meer) aan de entreekassa’s en op drukke dagen eveneens bij de parkeerautomaat op het parkeerterrein zelf. De openingstijden van het parkeerterrein zijn afgestemd op die van het park. Anderen dan bezoekers kunnen feitelijk parkeren op het parkeerterrein zonder het attractiepark te bezoeken, namelijk door het verbod om daar te parkeren zonder het park te bezoeken te negeren, de slagboom in werking te stellen en een parkeerkaart aan te schaffen.

Ook langs alle toegangswegen rond het park geldt een parkeerverbod. Kort parkeren is enkel toegestaan op de drop & drive-zone, waar bezoekers kunnen worden gebracht en gehaald. Openbaar parkeren is mogelijk op een parkeerterrein dat is gelegen op circa twee kilometer afstand van het park.

In de directe omgeving van het attractiepark bevinden zich geen attracties of andere activiteiten waardoor het aantrekkelijk zou kunnen zijn om gebruik te maken van de parkeergelegenheid van belanghebbende. De dorpskernen van nabijgelegen dorpen zijn gelegen op vier kilometer afstand van het attractiepark. Beide dorpen beschikken over voldoende parkeergelegenheid voor bewoners en bezoekers.

Het park is bereikbaar met het openbaar vervoer.

Van alle bezoekers maakt 80% gebruik van de auto om het park te bezoeken, 20% van de bezoekers bereikt het park op andere wijze. Het merendeel van deze laatstbedoelde bezoekers betreft scholieren die het park met een touringcar bezoeken. Ongeveer 0,5% van de bezoekers maakt gebruik van het openbaar vervoer. Een klein deel van de bezoekers wordt gebracht of bezoekt het park met de fiets.

Belanghebbende heeft ter zake van de exploitatie van het parkeerterrein 21% aan btw op aangifte voldaan. In bezwaar heeft zij gesteld dat het verlaagde btw-tarief van toepassing is.

Gerechtshof
Het verlaagde btw-tarief van in casu 6% (vanaf 1-1-2019 9%) is van toepassing. Het gebruik maken van de mogelijkheid tot parkeren heeft voor bezoekers geen afzonderlijk belang ten opzichte van het bezoeken van het attractiepark. De enige reden waarom het parkeerterrein van belanghebbende wordt gebruikt, is om een bezoek te kunnen brengen aan het attractiepark en dat bezoek is ook de enige reden waarom bezoekers naar deze locatie komen.

Belang voor de praktijk
Dit is een belangrijke uitspraak voor de praktijk. Uit arresten van de Hoge Raad leek te volgen dat parkeren bij attractieparken en dergelijke in de regel belast zou zijn met het btw-tarief van 21%. Uit de onderhavige uitspraak blijkt dat het onder omstandigheden mogelijk is dat een rechter daar anders over denkt. Indien u of uw klant zich in een soortgelijke situatie als de onderhavige situatie bevindt, dan is het verstandig om tijdig bezwaar te maken tegen de voldoening op aangifte van 21% btw ter zake van het gelegenheid geven tot parkeren.

Publicatiedatum: 07 juli 2019