Parkeren bij diergaarde resp. attractiepark, waterpark en vakantiepark belast met 21% btw

Parkeren bij diergaarde resp. attractiepark, waterpark en vakantiepark belast met 21% btw

De Hoge Raad heeft op 28 september 2018 twee arresten gewezen. Het eerste arrest ziet op parkeren bij een diergaarde. Het tweede arrest ziet op parkeren bij een attractiepark, waterpark en vakantiepark. De Hoge Raad heeft de uitspraken van de gerechtshoven in stand gelaten zonder dit te motiveren. Uit deze hofuitspraken volgt dat op het parkeren het btw-tarief van 21% van toepassing is.
Via een eerder nieuwsbericht hebben wij u geïnformeerd dat de Hoge Raad op 17 augustus 2018 een arrest heeft gewezen waaruit volgt, dat 21% btw is verschuldigd over ontvangen vergoedingen voor het gelegenheid bieden tot parkeren bij een park.

Belang voor de praktijk
Indien u bezwaar heeft gemaakt tegen de betaling van 21% btw aan de Belastingdienst over ontvangen vergoedingen voor het gelegenheid bieden tot parkeren bij parken en dergelijke, lijkt het erop dat u dit bezwaar kunt intrekken gelet op de arresten van de Hoge Raad. Er moet sprake zijn van wel heel bijzondere omstandigheden om voor het parkeren het btw-tarief van 6% te mogen toepassen. Het btw-probleem kan worden beperkt door de parkeertarieven te verlagen en de toegangsprijzen te verhogen. Op die manier kan het voor consumenten die met de auto komen en de auto op het parkeerterrein willen parkeren per saldo goedkoper worden. Er is immers over een lager bedrag 21% btw verschuldigd en over een hoger bedrag 6% btw. Per situatie zal moeten worden beoordeeld of dit haalbaar is. Indien u meer wilt weten over dit btw-onderwerp of andere btw-onderwerpen, neemt u dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 30 september 2018


Deel dit nieuwsbericht