Parkeren bij park belast met 6% btw!

Parkeren bij park belast met 6% btw!

Op 11 september 2015 is een uitspraak van Rechtbank Gelderland gepubliceerd waarin de rechtbank oordeelt dat voor de modale consument de toegang tot het park de hoofddienst vormt en de mogelijkheid te parkeren bij het park de bijkomende dienst, die het fiscale lot van de hoofddienst volgt. Dit betekent dat het 6%-tarief op het geheel van toepassing is.

Belang voor de praktijk

Voor exploitanten van parken waarbij tegen vergoeding toegang wordt verleend en tevens tegen vergoeding parkeergelegenheid wordt aangeboden, kan het verstandig zijn om bezwaar te maken tegen de eigen aangifte als ter zake van het parkeren 21% btw op aangifte is voldaan.

Feiten

Stichting X (hierna: de stichting) exploiteert een natuurpark (park de Hoge Veluwe) en een museum. Het park bestaat uit ruim 5.400 hectare met onder meer bos, heidevelden, grasvlakten en zandverstuivingen. Het park is te voet of met de auto te bezoeken. Tevens zijn er op verschillende plaatsen in het park gratis witte fietsen waarmee bezoekers zich kunnen verplaatsen. Ook kunnen bezoekers hun eigen fiets meenemen of een blauwe fiets huren.

Met de auto kan een beperkt deel van het park worden bereikt. Bezoekers die met de auto toegang willen krijgen betalen per auto € 6. Bezoekers die de auto bij één van de drie ingangen van het park parkeren, betalen hiervoor € 2. De toegangsprijs voor een volwassene bedroeg € 8,20 per persoon.

Over de omzet die wordt behaald met toegangskaarten en de entreegelden voor de auto’s voldoet de stichting 6% btw op aangifte. Over de opbrengsten van het parkeren bij de toegangen tot het park voldoet de stichting btw naar het hoge tarief op aangifte.

In geschil is of de stichting ten onrechte btw heeft voldaan naar het hoge tarief over de omzet behaald met het verstrekken van parkeergelegenheid. Volgens de stichting is het verstrekken van gelegenheid tot parkeren een bijkomende dienst bij de hoofdprestatie het verlenen van toegang tot het park.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat aannemelijk is dat er voor het publiek geen afzonderlijk belang bestaat bij het parkeren op de parkeerplaatsen. Dit houdt verband met de specifieke, afgelegen ligging van de parkeerplaatsen en het park. Het is aannemelijk dat alle automobilisten die hun auto daar parkeren bezoekers van het park zijn.
Gelet op de decentrale ligging van de parkeerplaatsen ten opzichte van de omliggende dorpen en het feit dat die dorpen ruimschoots voldoende gratis parkeerplaatsen bieden, is een afzonderlijk doel bij het parkeren los van het park niet aannemelijk geworden. Derhalve hebben de parkeerplaatsen slechts een functie als toegang tot het park.

Voorts oordeelt de rechtbank dat de stichting de parkeerterreinen slechts exploiteert met het doel de bezoekers in staat te stellen het optimale genot van het park te krijgen. Ook zal de bezoeker, naar het oordeel van de rechtbank, de mogelijkheid tot parkeren aan het begin van het park ervaren als een toegevoegde waarde. Voor de modale consument vormt de toegang tot het park de hoofddienst en het gelegenheid geven tot parkeren de bijkomende dienst, die het fiscale lot van de hoofddienst volgt. Dit betekent dat op het geheel het lage tarief van 6% van toepassing is.

Publicatiedatum: 02 oktober 2015


Deel dit nieuwsbericht