Penvoerder maakte kosten voor gemene rekening: naheffingsaanslagen onterecht

Penvoerder maakte kosten voor gemene rekening: naheffingsaanslagen onterecht

Op 28 augustus 2015 is een uitspraak van Hof Amsterdam gepubliceerd waaruit volgt dat in casu sprake was van kosten voor gemene rekening en de betalingen geen vergoeding vormden voor door Stichting X aan Stichting Y verrichte prestaties.

Belang voor de praktijk
Volgens vaste jurisprudentie is sprake van kosten voor gemene rekening als de kosten worden gemaakt ten behoeve van twee of meer ondernemers die in eerste instantie door een van hen worden betaald en voor het werkelijke bedrag volgens een tevoren vaststaande verdeelsleutel over deze ondernemers worden omgeslagen, terwijl het risico van die kosten allen volgens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat.
Uit voormelde uitspraak van het hof blijkt maar weer dat om doorberekening van de kosten zonder btw te laten plaatsvinden, zowel moet worden voldaan aan de eis van een vaststaande verdeelsleutel als aan de eis dat het risico van de kosten de ondernemer volgens de verdeelsleutel aangaat. In de onderhavige zaak bestaat de verdeelsleutel uit de verhouding tussen de leerlingenaantallen Stichting X en van Stichting Y. In hoger beroep betwist de inspecteur niet langer dat sprake is van een tevoren vaststaande verdeelsleutel, maar wel dat het risico van de kosten stichting Y volgens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat.

Feiten
Stichting X heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Stichting Y. Beide stichtingen wensen samen te werken op het gebied van de ondersteuning en ontwikkeling van onderwijs en gezamenlijke huisvesting. Stichting X betaalt in eerste instantie alle kosten van het betrokken personeel en de overhead. Voor de verdeling van de kosten is in de samenwerkingsovereenkomst een verdeelsleutel overeengekomen op grond waarvan Stichting X haar hieruit voortvloeiende kosten, inclusief de eventueel te lopen risico’s, met Stichting Y verrekent. 
Stichting X heeft voor het doorberekenen van de kosten aan Stichting Y geen btw in rekening gebracht, omdat zij ervan uitgaat dat sprake is van kosten voor gemene rekening. De inspecteur bestrijdt dit en heeft naheffingsaanslagen opgelegd.

Rechtbank Noord-Holland
Rechtbank Noord-Holland oordeelde dat er geen sprake kan zijn van kosten voor gemene rekening, omdat de verdeelsleutel niet voldoende vaststond (de verdeling van de kosten was gebaseerd op de verhouding tussen de leerlingenaantallen) en Stichting Y de mogelijkheid had uit te treden zonder financiële gevolgen.

Het geschil in hoger beroep spitst zich toe op de vraag of in deze zaak sprake is van ‘kosten voor gemene rekening’ en meer specifiek, de vraag of Stichting Y samen met Stichting X daadwerkelijk risico liep met betrekking tot de gemaakte kosten.   

Hof
Naar het oordeel van het hof heeft Stichting X aannemelijk gemaakt dat zij als penvoerder kosten heeft gemaakt ten behoeve van zichzelf en ten behoeve van Stichting Y. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst samenviel met de datum waarop Stichting X is opgericht en de overgang van het gemeentelijk personeel naar Stichting X, zodat aannemelijk is dat Stichting Y van meet af aan betrokken is geweest bij het aangaan van de (personeels)kosten en dat Stichting Y hiervoor risico liep.
Bij de beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst heeft dit risico zich geopenbaard, wat ertoe heeft geleid dat Stichting Y een (aanzienlijke) schadevergoeding moest betalen voor het bij Stichting X achtergebleven boventallige personeel, en daarnaast een deel van dit personeel op detacheringsbasis moest overnemen. Het hof oordeelt dat Stichting X aannemelijk heeft gemaakt dat Stichting Y dit heeft gedaan omdat zij deze kosten gezamenlijk met Stichting X was aangegaan.   
Voorts neemt het hof in aanmerking dat de huurkosten de gezamenlijke huisvesting van zowel het bestuur van Stichting X als het bestuur van Stichting Y alsook het bestuur van het Bedrijfsbureau betreffen. Het door Stichting Y met het aangaan van deze kosten aangegane risico heeft zich eveneens verwezenlijkt in het betalen van een vergoeding voor deze huisvestingskosten. Op grond van het voorgaande oordeelt het hof dat Stichting Y het risico heeft gelopen van de gemaakte kosten tot het bedrag waartoe zij zich volgens de verdeelsleutel had verplicht. Tot slot neemt het hof in zijn oordeel mede in aanmerking dat geen sprake is geweest van een winstopslag bij Stichting X.
Volgens het hof vormen de betalingen geen vergoedingen voor door Stichting X aan Stichting Y verrichte prestaties en is Stichting X geen btw verschuldigd. De naheffingsaanslagen zijn ten onrechte opgelegd.

Publicatiedatum: 08 september 2015


Deel dit nieuwsbericht