Personeelslening eigen woning onder de werkkostenregeling

Personeelslening eigen woning onder de werkkostenregeling

Eerder hebben we bericht over het vervallen van de nihilwaardering voor het rentevoordeel van een personeelslening voor de eigen woning per 1 januari 2016. Met rentevoordeel wordt hier bedoeld het verschil tussen de rente die een werknemer voor de lening betaalt en de zogeheten marktrente d.w.z. de rente van een vergelijkbare lening wat betreft omvang, hypotheekvorm, schuldmarktwaardeverhouding en rentevaste periode op het moment van afsluiten van de rentevaste periode.

Het rentevoordeel, inclusief kosten, kunnen vanaf 1 januari 2016 niet meer als eindheffingsloon worden aangewezen als het gaat om een lening waarvan de rente aftrekbaar is in de inkomstenbelasting. Dit rentevoordeel moet altijd tot het loon van de werknemer worden gerekend.  De werknemer kan het belaste rentevoordeel in de inkomstenbelasting aftrekken bij de eigenwoningregeling onder de voorwaarden die daarvoor gelden.

In het verleden verstrekten gemeenten regelmatig personeelsleningen voor de eigen woning aan werknemers. Door de aanpassing van de Wet financiering decentrale overheden in 2009 worden er geen nieuwe personeelshypotheken uit publieke middelen meer verstrekt. Dit neemt niet weg dat er nog lopende personeelshypotheken kunnen bestaan. In het verleden werden de hypothecaire personeelsleningen vaak verstrekt tegen de BNG-rente. De belastingdienst is van mening dat deze rente niet-marktconform is. Kortom, de werkgever moet de marktrente gaan vaststellen en vervolgens gaan bepalen of sprake is van een rentevoordeel. 

Als handreiking aan werkgevers heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op 18 juli 2016 een brochure gepubliceerd waarin deze materie o.a. aan de hand van rekenvoorbeelden wordt besproken.

Publicatiedatum: 23 juli 2016


Deel dit nieuwsbericht