Poolse reproductieheffing niet onderworpen aan btw

Poolse reproductieheffing niet onderworpen aan btw

Op 18 januari 2017 heeft het Hof van Justitie (hierna: HvJ) arrest gewezen en geoordeeld dat de reproductieheffing die collectieve beheersorganisaties voor auteursrechten en naburige rechten (hierna: beheersorganisaties) innen van producenten en importeurs van blanco dragers en van inrichtingen voor opname en reproductie (hierna: de producenten en importeurs) voor houders van reproductierechten (zoals auteurs en uitvoerend kunstenaars), niet is onderworpen aan de btw.

Feiten
Het Poolse SAWP, een collectieve beheersorganisatie voor auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van uitvoerende kunstenaars, heeft de Poolse minister van Financiën verzocht een standpunt in te nemen over de vraag of de door haar geïnde reproductieheffing aan de btw is onderworpen. Het betreft de heffing die producenten en importeurs ter zake van de verkoop van inrichtingen voor opname en reproductie (zoals bandrecorders, scanners en kopieerapparaten) en blanco dragers afdragen aan beheersorganisaties, zoals SAWP, die optreden voor houders van reproductierechten. De minister heeft het standpunt ingenomen dat de aan SAWP betaalde reproductieheffing moet worden beschouwd als een beloning voor diensten verricht door de houders van reproductierechten en als zodanig aan de btw moeten worden onderworpen. De verwijzende rechter heeft hierover prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ.

Oordeel HvJ
Naar het oordeel van het HvJ verrichten houders van reproductierechten, voor wie beheersorganisaties een reproductieheffing innen geen dienst onder bezwarende titel ten behoeve van producenten en importeurs. Het HvJ overweegt hierbij:

  • Er is geen sprake van een rechtsbetrekking waarbij over en weer prestaties worden uitgewisseld tussen houders van reproductierechten of de beheersorganisatie en de producenten en importeurs. De verplichting om de heffingen te storten rust namelijk op de producenten en importeurs uit hoofde van een nationale wet, die ook de hoogte van de heffing bepaalt.
  • De verplichting voor de producenten en importeurs om de heffingen te storten kan niet worden beschouwd als vergoeding voor een dienst. De heffingen zijn namelijk bedoeld om de compensatie voor de houders van het reproductierecht te financieren en zijn gekoppeld aan het nadeel dat deze houders lijden doordat hun beschermde werken zonder hun toestemming worden gereproduceerd.

Doordat geen sprake is van een dienst onder bezwarende titel is de reproductieheffing niet aan de btw onderworpen.


Publicatiedatum: 17 februari 2017


Deel dit nieuwsbericht