Recente uitspraken over privégebruik van auto van de zaak
Op 13 februari 2014 zijn er twee uitspraken gepubliceerd over het privégebruik van de auto van de zaak die wetenswaardig zijn.
In de eerste zaak ging het om een auto van de zaak met een kapotte kilometerteller. De werknemer in kwestie had een Verklaring geen privégebruik maar stelde dat hij geen kilometerregistratie kon bijhouden omdat de kilometerteller kapot was. Een naheffing moest volgens hem dan ook aan de werkgever worden opgelegd. Hof Den Haag deelde deze mening niet. Het feit dat de rittenregistratie ook aan de hand van het navigatiesysteem van de auto kon worden bijgehouden en de werknemer de Verklaring privégebruik niet had ingetrokken, leidden ertoe dat de naheffing terecht aan de werknemer is opgelegd.
In de tweede zaak ging het om de vraag of de bestelauto uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen. Wanneer hiervan sprake is, is het zogeheten autokostenforfait niet van toepassing. Het Hof Den Haag geeft in haar motivering van de uitspraak aan dat deze beoordeling dient te geschieden aan de hand van aard (waaronder het hof o.a. verstaat de vorm en omvang, aanwezigheid van deuren en ramen) en inrichting (waaronder het hof o.a. verstaat de aanwezigheid van stelen, kasten, afscheidingswanden en dergelijke) van de auto, en niet aan de hand van het daadwerkelijke gebruik van de auto. De omstandigheden dat in de bestuurderscabine van de auto een tweede stoel aanwezig is en in die cabine geen voorzieningen zijn aangebracht die zijn gericht op het vervoer van goederen, behoeven op zichzelf niet aan het oordeel in de weg te staan dat de auto’s door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt zijn voor vervoer van goederen. Het hof concludeerde dat de bestelauto niet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen.
Publicatiedatum: 16 februari 2014
Deel dit nieuwsbericht