Hof Den Haag heeft onlangs geoordeeld in een zaak die speelde over het belastingjaar 2008 dat de 30%-regeling van toepassing is op een tantième (beter gezegd, een nabetaling) welke na de maximale looptijd van de 30%-regeling van tien jaar was ontvangen. Het hof stelt, evenals in eerdere aanleg Rechtbank Den Haag, dat de 30%-regeling van toepassing is voor zover de tantième toerekenbaar is aan de periode waarin deze regeling geldig was.

Weet dat per 1 januari 2012 de 30%-regeling is aangepast. De 30%-regeling is thans alleen nog van toepassing op loon uit tegenwoordige dienstbetrekking genoten tijdens de looptijd van de 30%-regeling. De looptijd van de 30%-regeling is wel uitgebreid met het loontijdvak na het loontijdvak waarin de tewerkstelling is geëindigd. In dit laatste loontijdvak kan de financiële afwikkeling van de tewerkstelling dan nog plaatsvinden met toepassing van de 30%-regeling. Op nabetalingen zoals in deze zaak is vanaf 1 januari 2012 de 30%-regeling niet meer van toepassing.

Onlangs is ook een uitspraak gepubliceerd waarin geoordeeld werd dat een jonge Belgische profvoetballer ten tijde van zijn indiensttreding onvoldoende relevante werkervaring bezat om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling. Het feit dat de speler voor de Belgische nationale jeugdploeg heeft gespeeld en daarvan aanvoerder was, deed daar niets aan af. Het hof acht het reëel om voor de bepaling van de kwaliteit van een jonge voetballer een kwantitatieve maatstaf te hanteren. Bepaald moet worden hoe vaak en hoe lang de voetballer op een niveau heeft gespeeld dat vergelijkbaar is met dat van de Nederlandse eredivisie. In het verleden is bepaald dat deze grens op 23 wedstrijden ligt en niet is komen vast te staan dat deze profvoetballer daaraan voldeed.