Recht op aftrek voorbelasting gemeente voor bouw schoolgebouw

Recht op aftrek voorbelasting gemeente voor bouw schoolgebouw

Op 11 februari 2015 is een uitspraak van Hof Amsterdam gepubliceerd.

Feiten

Gemeente Hardinxveld-Giessendam (hierna: de gemeente) heeft een onroerende zaak, bestemd voor het daarin geven van bijzonder onderwijs door een vereniging, op eigen kosten laten bouwen. Krachtens een daartoe tussen de gemeente en de vereniging gesloten overeenkomst heeft de gemeente de eigendom van het perceel met in aanbouw zijnde schoolgebouw aan de vereniging overgedragen. Overeengekomen is dat de vereniging ter zake van de levering een bedrag betaalt van € 326.307,52, inclusief btw.

In de akte is vermeld dat de gemeente afstand doet van haar vordering tot betaling van het hiervoor vermelde bedrag en dat de vereniging dit bedrag aan de gemeente schuldig blijft.

De gemeente heeft de aan haar in rekening gebrachte btw ter zake van de bouw van het schoolgebouw in aftrek gebracht. De inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat de gemeente geen recht op aftrek heeft en heeft op grond daarvan naheffingsaanslagen opgelegd.

Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelde dat zij deze prestatie als ondernemer verricht, ervan uitgaande dat de gemeente de overdracht van het schoolgebouw tegen vergoeding heeft verricht. Dit betekent dat de levering van het schoolgebouw belast was met btw en dat de gemeente recht had op aftrek van de aan haar in rekening gebrachte btw ter zake van de bouw van het schoolgebouw. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar Hof Amsterdam.

Hof Amsterdam

Overdracht om niet

Met betrekking tot de vraag of deze levering onder bezwarende titel heeft plaatsgevonden, overweegt het hof dat in verband met de levering van het schoolgebouw door de gemeente een vergoeding is bedongen van € 326.307,52 inclusief btw, dat belanghebbende meteen na het ontstaan van deze koopschuld afstand heeft gedaan van zijn vordering tot betaling daarvan en voorts dat de koopschuld is omgezet in een aflossingsvrije, rentedragende leenschuld. Deze rechtshandelingen kunnen naar het oordeel van het hof, anders dan de inspecteur betoogt, niet worden aangemerkt als schijnhandelingen, omdat niet is gebleken dat deze handelingen niet stroken met de werkelijke bedoeling van partijen. De koopschuld is omgezet in een leenschuld en daarmee volledig voldaan.

Symbolische vergoeding

De vergoeding (de koopsom is 10% van de stichtingskosten) is niet als symbolisch aan te merken. Ter onderbouwing van dit oordeel verwijst het hof naar de arresten Commissie tegen Frankrijk en Hotel Scandic Gåsabäck.

Misbruik van recht

Onder verwijzing naar het arrest Gemeente Albrandswaard van de Hoge Raad oordeelt het hof dat ook geen sprake is van misbruik van recht. In voormeld arrest heeft de Hoge Raad in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat de verrichte (rechts)handeling geen misbruik van recht opleverde.

Slot

Ons kantoor heeft momenteel een soortgelijke procedure lopen bij de Hoge Raad.

Publicatiedatum: 13 februari 2015


Deel dit nieuwsbericht