Rechtbank staat crisisheffing over 2013 toe

Rechtbank staat crisisheffing over 2013 toe

Op 5 augustus 2015 is een uitspraak van Rechtbank Den Haag gepubliceerd over de verschuldigdheid van de zogeheten crisisheffing in 2014. Hoewel eiseres had verzocht om de procedure aan te houden totdat de Hoge Raad had beslist over de in 2013 nieuw ingevoerde pseudo-eindheffing hoge lonen -eiseres voelde zich wellicht gesterkt door een recent gepubliceerde conclusie van A-G Wattel bij een cassatieprocedure over de crisisheffing – wees de rechtbank dat af omdat het algemeen procesbelang van een spoedige procedure prevaleerde.

 

Inhoudelijk voerde eiseres vrijwel dezelfde argumenten aan als bij de procedure van haar moedermaatschappij bij Hof Den Haag waarin zij in het ongelijk was gesteld. Onder verwijzing naar die uitspraak van het hof oordeelt de rechtbank dat, blijkens de wetsgeschiedenis, er bij het besluit de crisisheffing te verlengen opnieuw een uitvoerige belangenafweging is geweest. De rechtbank acht het oordeel van de wetgever, gelet op de noodzaak van het terugdringen van het begrotingstekort, niet van redelijke grond ontbloot. Dat eerder is gezegd dat de heffing alleen in het jaar 2013 zou plaatsvinden, maakt dit oordeel niet anders.

Publicatiedatum: 10 augustus 2015


Deel dit nieuwsbericht