Regels voor vrijwilligerswerk met behoud van WW-uitkering per 1 januari 2015 gewijzigd

Regels voor vrijwilligerswerk met behoud van WW-uitkering per 1 januari 2015 gewijzigd

Eerder hebben we bericht dat minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer heeft aangegeven de regels omtrent het verrichten van vrijwilligerswerk met behoud van een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) te verruimen. 

Om deze verruiming mogelijk te maken, is een grondslag gecreëerd in artikel 8, zesde lid, van de WW om bij ministeriële regeling te regelen onder welke voorwaarden werkzaamheden kunnen worden aangemerkt als vrijwilligerswerk.  Deze ministeriële regeling is op 18 december 2014 in de Staatscourant gepubliceerd: de Regeling vrijwilligerswerk in de WW. In deze regeling wordt dus bepaald wanneer onbetaalde werkzaamheden kunnen worden aangemerkt als vrijwilligerswerk waardoor het recht op WW-uitkering niet meer geheel of gedeeltelijk eindigt door het gaan verrichten van vrijwilligerswerk.

Er is geen sprake van vrijwilligerswerk wanneer de werkzaamheden alle kenmerken hebben van een dienstbetrekking (persoonlijke arbeid, gezagsverhouding, loon). Hoewel veel vrijwilligers geen (onkosten)vergoeding ontvangen voor hun inzet, is er in elk geval geen sprake meer van vrijwilligerswerk in de zin van de WW als de (onkosten)vergoedingen en verstrekkingen gezamenlijk boven het door de Belastingdienst gehanteerde maximum liggen. Dit is momenteel maximaal € 150 per maand en € 1.500 per jaar. Daarnaast geldt er ook een uurtarief van maximaal € 4,50 per uur of € 2,50 per uur indien de betrokkene jonger is dan 23 jaar. 

Werknemers die naast hun reguliere baan reeds onbetaalde werkzaamheden verrichtten en vervolgens werkloos worden, kunnen zonder consequenties voor de WW-uitkering deze activiteiten als vrijwilliger blijven verrichten. Belangrijk daarbij is dat de activiteiten en de omvang (het aantal uren) van die activiteiten gelijk blijven. Wanneer een WW-gerechtigde zijn activiteiten als vrijwilliger wil uitbreiden of wil starten met het verrichten van andere onbetaalde werkzaamheden, toetst het UWV per casus of er daadwerkelijk sprake is van vrijwilligerswerk op grond van de criteria zoals opgenomen in onderhavige regeling.

Concreet moet vrijwilligerswerk in de WW voldoen aan de voorwaarden dat het gaat om gebruikelijk onbetaalde werkzaamheden binnen de desbetreffende instelling of werklocatie en de instelling waar de werkzaamheden worden verricht moet een ANBI, SBBI of een steunstichting SBBI zijn.

Publicatiedatum: 26 januari 2015


Deel dit nieuwsbericht