Rijksbijdragen hogeschool horen niet tot noemer pro rata: hogere btw aftrek!

Rijksbijdragen hogeschool horen niet tot noemer pro rata: hogere btw aftrek!

Op 23 februari 2018 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waaruit volgt dat de pro rata van een hogeschool moet worden vastgesteld op basis van de btw-belaste omzet ten opzichte van de totale omzet (btw-belaste en btw-vrijgestelde omzet). De rijksbijdragen hoeven niet te worden opgenomen in de noemer van de pro rata waardoor de pro rata hoger uitvalt.

Feiten
Stichting X (hierna: de Stichting) is een instelling voor hoger onderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Zij verzorgt – wettelijk geregeld – van btw vrijgesteld onderwijs en ontvangt hiervoor als vergoeding collegegelden. Daarnaast ontvangt zij vergoedingen voor btw-belaste prestaties, zoals de detachering van personeel, de exploitatie van een kantine en de verkoop van onderwijsmaterialen. Naast voormelde vergoedingen, ontvangt de Stichting diverse rijksbijdragen. Deze rijksbijdragen vormen geen vergoeding voor door de Stichting verrichte prestaties.

In geschil is de vraag of de rijksbijdragen moeten worden opgenomen in de noemer van de pro rata die moet worden gehanteerd bij de bepaling van de mate van aftrek van de btw die in rekening is gebracht voor prestaties die worden gebruikt voor zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde prestaties (de zogenoemde algemene of gemengde kosten).

Oordeel Hoge Raad
Uit het arrest van de Hoge Raad volgt dat de rijksbijdragen niet hoeven te worden opgenomen in de noemer van de pro rata. De pro rata moet worden bepaald op basis van de omzetverhoudingen aangezien de inspecteur een afwijkende mate van aftrek op basis van het werkelijk gebruik niet heeft bewezen.

Belang voor de praktijk
Uit het onderhavige arrest volgt dat de rijksbijdragen voor het verstrekken van onderwijs niet in de noemer van de pro rata hoeven te worden opgenomen. Hierdoor valt de pro rata hoger uit. Dit arrest is interessant voor hogescholen, omdat zij door dit arrest mogelijk meer btw op algemene/gemengde kosten in aftrek kunnen brengen. Ondanks dat dit arrest betrekking heeft op een hogeschool, zou dit wellicht ook kansen kunnen bieden voor ROC’s. Om uw recht op btw-teruggaaf over het laatste aangiftetijdvak van 2017 veilig te stellen, is van belang tijdig (binnen zes weken na voldoening van btw op aangifte of de teruggaafbeschikking) bezwaar te maken. Mocht u het wenselijk vinden dat wij u bijstaan bij het in beeld brengen van het recht op aftrek van de btw op algemene/gemengde kosten of bij de beoordeling of dit correct gebeurt of kan worden geoptimaliseerd, neemt u dan gerust contact met ons op.


Publicatiedatum: 27 februari 2018


Deel dit nieuwsbericht