Schriftelijke overeenkomst vereist voor toepassen lage sectorpremiepercentage

Schriftelijke overeenkomst vereist voor toepassen lage sectorpremiepercentage

Op basis van artikel 2.3, derde lid, Besluit Wfsv kan aan de hand van een ministeriƫle regeling een lager percentage voor de sectorpremie worden vastgesteld voor een bepaalde sector. Op 20 juni 2014 heeft de Hoge Raad geoordeeld over de rechtsvraag of het lage sectorpremiepercentage alleen geldt voor werknemers met wie een schriftelijke arbeidsovereenkomst is aangegaan, zoals uit artikel 2.3, tweede lid, Besluit Wfsv volgt?

De Hoge Raad concludeert dat het hof ten onrechte geoordeeld heeft dat de voorwaarde van een schriftelijke overeenkomst in strijd is met het bepaalde in artikel 59, lid 1, Wfsv. Op grond van die bepaling worden de premies voor de werknemersverzekeringen geheven met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de heffing van loonbelasting. De onderhavige voorwaarde is daarmee niet in strijd: zij heeft geen betrekking op de wijze van heffing van de premie maar op de hoogte van het premiepercentage.

De algemeen geformuleerde delegatiebepaling laat de besluitgever ruimte om met het oog op de uitvoerbaarheid van de regeling een vereiste, zoals een schriftelijke overeenkomst, te stellen aan toepassing van het lage sectorpremiepercentage. De omstandigheid dat het doel van dat lage percentage daardoor in minder gevallen kan worden bereikt, staat hieraan niet in de weg. De eis van een schriftelijke overeenkomst in artikel 2.3, tweede lid, Besluit Wfsv is evenmin in strijd met enige andere regel van hogere orde.

Publicatiedatum: 23 juni 2014


Deel dit nieuwsbericht