Sectorale bezoldigingsmaxima WNT voor onderwijs voor 2020 gepubliceerd!

Sectorale bezoldigingsmaxima WNT voor onderwijs voor 2020 gepubliceerd!

Eerder hebben we bericht over het algemene bezoldigingsmaximum in de zin van de Wet normering topinkomens voor 2020 en de sectorale bezoldigingsnormen voor 2020 voor zorg en jeugdhulp en zorgverzekeraars, alsmede voor woningcorporaties.

Op 21 november 2019 zijn ook de sectorale bezoldigingsnormen voor 2020 voor de OCW-sectoren (onderwijs en cultuurfondsen) in de Staatscourant gepubliceerd. In de Regeling normering topinkomens OCW-sectoren is een aantal punten gewijzigd. Samengevat gaat het om de volgende wijzigingen:

  • Indexatie van de maxima van de bezoldigingsklassen voor de onderwijssectoren en de maxima voor de cultuurfondsen.
    De bezoldigingsmaxima zijn per 1 januari 2020 verhoogd met 3,2% (hetzelfde percentage als voor indexering van het algemeen bezoldigingsmaximum van de WNT) en afgerond naar boven op een duizendvoud in euro’s.
  • Minimum aantal complexiteitspunten voor universiteiten. In de regeling wordt opgenomen dat universiteiten zich minimaal 9 complexiteitspunten mogen toekennen. Universiteiten zullen zichzelf hierdoor minimaal in bezoldigingsklasse D mogen indelen. De achtergrond daarvan ligt in het feit dat de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs voorschrijft dat een rector van een universiteit hoogleraar moet zijn. De bezoldiging van een hoogleraar niveau 1 (€ 156.264) ligt echter hoger dan het WNT-maximum van een minder complexe universiteit. Om deze discrepantie te voorkomen is besloten dat universiteiten minimaal in bezoldigingsklasse D mogen worden ingedeeld.
  • Bij oprichting, fusie en splitsing lopende het jaar worden de baten omgerekend naar een volledig kalenderjaar. In de regeling wordt de bezoldigingsklasse (en daarmee het bezoldigingsmaximum) onder andere bepaald aan de hand van het driejaarsgemiddelde van de totale baten per kalenderjaar. Voor onderwijsinstellingen die niet op 1 januari worden opgericht of fuseren of splitsen, heeft dit tot gevolg dat in het eerste jaar de baten relatief laag zijn. Hierdoor kunnen minder complexiteitspunten worden toegekend, wat leidt tot een lagere bezoldigingsklasse. Pas na vijf jaar worden de lagere baten niet meer meegenomen bij het vaststellen van het driejaarsgemiddelde van de totale baten per kalenderjaar. Om dit probleem te verhelpen wordt in de regeling opgenomen dat onderwijsinstellingen die lopende het jaar opgericht worden of (juridisch) fuseren of splitsen, voor de toepassing van het batencriterium de baten omrekenen naar een volledig kalenderjaar.

Publicatiedatum: 25 november 2019


Deel dit nieuwsbericht