Standpunten belastingdienst inzake toepassing afdrachtvermindering onderwijs van tafel geveegd

Standpunten belastingdienst inzake toepassing afdrachtvermindering onderwijs van tafel geveegd

Op 19 december 2014 is een uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gepubliceerd inzake de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. In deze hofuitspraak wordt korte metten gemaakt met de standpunten die de Belastingdienst doorgaans inneemt bij een controle naar toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. De belangrijkste conclusies van het hof zijn:

 

In de wettelijke bepalingen is ten behoeve van de aanspraak op afdrachtvermindering onderwijs niet de eis gesteld dat een volledige beroepsopleiding wordt gevolgd noch dat de intentie van de deelnemer daarop gericht zou dienen te zijn. Dat de deelkwalificatie in artikel 7.2.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) wordt genoemd, en niet specifiek in 7.2.2 van de WEB, doet aan dit oordeel niet aan af. Artikel 7.2.3 van de WEB houdt immers geen zelfstandig definiƫrende bepaling betreffende de opleiding in, doch is een nadere uitwerking en daarmee een onderdeel van 7.2.2 van de WEB. Kortom, ook voor een deelkwalificatie kan de afdrachtvermindering onderwijs worden toegepast, zonder dat daarbij beoogd is een volledige beroepsopleiding te volgen.

 

Het feit een praktijkovereenkomst niet (tijdig) is ondertekend kan niet tot de conclusie leiden dat er geen overeenkomst tot beroepspraktijkvorming in vorenbedoelde zin is. Het ondertekenen door de deelnemer van de praktijkovereenkomst is geen door artikel 7.2.8 van de WEB gesteld constitutief vereiste bij gebreke waarvan niet aan deze bepaling zou zijn voldaan.

 

Deze uitspraak maakt maar weer eens duidelijk dat de interpretatie van wet- en regelgeving door de Belastingdienst niet altijd de juiste is. Mocht u vragen hebben over de afdrachtvermindering onderwijs of geconfronteerd zijn met een controle naar toepassing ervan, dan horen we dat graag.

Publicatiedatum: 21 december 2014


Deel dit nieuwsbericht