Stichting voor christelijk onderwijs en schoonmaak-bv vormen fiscale eenheid voor de btw

Stichting voor christelijk onderwijs en schoonmaak-bv vormen fiscale eenheid voor de btw

Op 29 augustus 2017 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof Den Haag (hierna: gerechtshof) heeft geoordeeld, dat een stichting voor christelijk onderwijs en de door haar opgerichte bv een fiscale eenheid vormen voor de btw.

Feiten
Een stichting voor christelijk onderwijs (hierna: de stichting) maakte tot begin 2009 gebruik van externe schoonmaakbedrijven. Om de schoonmaak van de schoolgebouwen in eigen beheer te gaan uitvoeren heeft zij X bv opgericht. De Stichting houdt 100% van de aandelen van X bv en is enig bestuurder van X bv. De bestuursfuncties in de stichting en in X bv worden uitgeoefend door dezelfde personen. X bv heeft met Y bv een toezicht overeenkomst gesloten en een overeenkomst voor het uitvoeren van de salarisadministratie en met de stichting een overeenkomst schoonmaakonderhoud. 
Bij beschikking van 12 juni 2009 worden X bv en de stichting vanaf 6 mei 2009 aangemerkt als fiscale eenheid voor de btw. Bij beschikking van 21 december 2012 heeft de inspecteur aan X bv meegedeeld dat de fiscale eenheid met ingang van 1 januari 2013 wordt beĆ«indigd. 
In geschil is of X bv en de stichting een fiscale eenheid voor de btw vormen.

Oordeel rechtbank Den Haag
Naar het oordeel van Rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) is sprake van financiƫle en organisatorische verwevenheid. In dat verband overweegt de rechtbank dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de zeggenschap van de stichting over X bv wordt aangetast door de afspraken die met Y bv zijn gemaakt. Ook is voldaan aan het vereiste van economische verwevenheid, aangezien X bv uitsluitend prestaties verricht aan de stichting. Naar het oordeel van de rechtbank brengt de bemoeienis van Y bv niet mee dat X bv geacht moet worden niet degene te zijn die de schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht. Daarnaast brengt het enkele feit dat de stichting ook veel niet-economische activiteiten verricht niet met zich dat er geen economische verwevenheid kan bestaan. Vereist is slechts dat alle onderdelen van de fiscale eenheid btw-ondernemer zijn. Er worden geen eisen gesteld aan de omvang van de ondernemersactiviteiten, aldus de rechtbank. X bv en de stichting vormen een fiscale eenheid voor de btw.

Oordeel gerechtshof
Naar het oordeel van het gerechtshof heeft de rechtbank terecht en op goede gronden beslist dat X bv en de stichting een fiscale eenheid vormen. Met betrekking tot de stelling van de inspecteur dat sprake is van misbruik van recht oordeelt het gerechtshof, dat uit hetgeen de inspecteur heeft aangevoerd niet kan worden geconcludeerd dat sprake is van misbruik van recht.

Publicatiedatum: 22 september 2017


Deel dit nieuwsbericht