Ten onrechte in rekening gebrachte btw terecht nageheven

Ten onrechte in rekening gebrachte btw terecht nageheven

Een bv krijgt de opdracht om een bedrijfshal te bouwen. De bv maakt hierbij gebruik van onderaannemers. Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de inspecteur de aan de bv opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. Volgens de inspecteur is de btw-verleggingsregeling van toepassing op de door de onderaannemers aan de bv gefactureerde werkzaamheden voor de bouw van de bedrijfshal.

Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat op de werkzaamheden van de onderaannemers aan de bv inderdaad de btw-verleggingsregeling van toepassing is. Er is namelijk sprake van een verhouding onderaannemer versus aannemer en er worden door de onderaannemers werkzaamheden van stoffelijke aard met betrekking tot een onroerende zaak (de bedrijfshal) verricht. Een uitzondering is naar het oordeel van de rechtbank niet van toepassing, aangezien de onderaannemers de werkzaamheden niet geheel of grotendeels hebben verricht op de plaats waar de ondernemingen van de onderaannemers zijn gevestigd.

Het berekenen van btw waar de btw-verleggingsregeling had moeten worden toegepast is met name een risico als de btw niet aan de belastingdienst is betaald, maar wel in aftrek is gebracht. De fiscus probeert de btw dan te verhalen bij degene aan wie de btw ten onrechte in rekening is gebracht door het opleggen van een naheffingsaanslag.

Indien u naar aanleiding van het vorenstaande of anderszins nog vragen heeft, neemt u dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 03 februari 2014


Deel dit nieuwsbericht