Ten onrechte nultarief toegepast op verkoop auto’s

Ten onrechte nultarief toegepast op verkoop auto’s

Op 2 februari 2018 is een uitspraak gepubliceerd waarin Rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) heeft geoordeeld, dat een fiscale eenheid ten onrechte het nultarief heeft toegepast op de verkoop van auto’s. Zij kan niet met stukken onderbouwen dat het vervoer van de auto’s naar het buitenland in het kader van de leveringen heeft plaatsgevonden.

Feiten
Een fiscale eenheid handelt in personenauto’s en lichte bestelauto’s. Zij heeft diverse auto’s verkocht en de leveringen van de auto’s aangemerkt als intracommunautaire leveringen naar Estland en het nultarief toegepast. De afnemers hebben in Estland geen intracommunautaire verwervingen aangegeven. De auto’s zijn door de afnemer, tussenpersoon of derden opgehaald met trailers in Nederland of België en van daar uit vervoerd. Van dit vervoer bevinden zich in de administratie van de fiscale eenheid geen vervoersdocumenten, behalve uitvoerverklaringen voor de Dienst Wegverkeer (RDW-verklaringen). Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de inspecteur een naheffingsaanslag opgelegd.
In geschil is of de fiscale eenheid heeft voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van het nultarief.

Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat er geen enkel stuk is dat het vervoer van de auto’s naar het buitenland in het kader van de leveringen door de fiscale eenheid onderbouwt. De RDW-verklaringen acht de rechtbank hiervoor onvoldoende. De fiscale eenheid heeft niet voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van het nultarief.

Verder oordeelt de rechtbank dat vaststaat dat sprake is van fraude in de keten. Door geen enkel stuk te bewaren heeft de fiscale eenheid niet aannemelijk gemaakt dat zij voldoende zorgvuldig is geweest. Alleen al omdat de fiscale eenheid onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht, kan zij naar het oordeel van de rechtbank geen beroep doen op het nultarief ondanks dat fraude vaststaat.

Belang voor de praktijk
Lidstaten mogen het nultarief niet weigeren als is voldaan aan de materiële voorwaarden voor toepassing van het nultarief, met uitzondering van fraudegevallen. Het bewijsrisico voor toepassing van het nultarief ligt bij de btw-ondernemer die de goederen levert. Het is derhalve van cruciaal belang om voor toepassing van het nultarief boeken en bescheiden te bewaren waarmee kan worden onderbouwd dat de goederen naar een andere EU-lidstaat zijn vervoerd! Mocht u door ons willen laten toetsen of u risico loopt en of u over voldoende en juiste bewijzen beschikt, neemt u dan gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 16 februari 2018


Deel dit nieuwsbericht