Terbeschikkingstelling ligplaatsen in een jachthaven belast met 21% btw

Op 15 juni 2018 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waaruit volgt, dat het tegen vergoeding ter beschikking stellen van ligplaatsen voor zeilschepen en snelle motorboten niet kwalificeert als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening onder terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie. Op de terbeschikkingstelling is het 21%-tarief van toepassing.

Feiten
Een vereniging exploiteert een jachthaven en stelt in de jachthaven tegen vergoeding ligplaatsen voor zeil- en motorboten ter beschikking aan zowel leden als niet-leden. De jachthaven heeft diverse voorzieningen die ter beschikking staan van de gebruikers van de ligplaatsen, zoals toiletten en douches, afvaldepots, er kan water aan boord worden getankt en elektriciteit voor aan boord worden geladen. De vereniging organiseert ook zeillessen en –wedstrijden. Voor deelname hieraan berekent zij afzonderlijke vergoedingen.

In geschil is of op de terbeschikkingstelling van de ligplaatsen voor zeilboten en snelle motorboten het 6%-tarief van toepassing is.

Hoge Raad
De Hoge Raad bevestigt het oordeel van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat het 21%-tarief van toepassing is op de verhuur van de ligplaatsen voor zeilboten en snelle motorboten in de jachthaven. De verhuur van de ligplaatsen in de jachthaven is namelijk niet aan te merken als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening onder terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie, maar als de verhuur van parkeerruimte voor boten.

Publicatiedatum: 25 juni 2018