Terugkeer naar zes-maanden-termijn bij samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting

Terugkeer naar zes-maanden-termijn bij samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting

Op 3 oktober 2014 is de nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2015 gepubliceerd. In deze nota van wijziging is onder andere een wijziging met betrekking tot de zogenoemde samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting opgenomen. De samenloopvrijstelling beoogt de samenloop van heffing van btw en overdrachtsbelasting in bepaalde gevallen te voorkomen door onder voorwaarden vrijstelling van overdrachtsbelasting te verlenen. De samenloopvrijstelling is niet van toepassing als een onroerende zaak wordt verkregen die op dat moment al in gebruik is genomen of is verhuurd en de verkrijger de verschuldigde btw geheel of gedeeltelijk in aftrek kan brengen.

Er is bij beleidsbesluit in deze situatie onder voorwaarden een tegemoetkoming gegeven. Indien een onroerende zaak binnen 24 maanden na het tijdstip van de eerste ingebruikneming of de ingangsdatum van de verhuur wordt verkregen door een verkrijger die de btw geheel of gedeeltelijk in aftrek kan brengen, mag de samenloopvrijstelling toch worden toegepast. Daarbij moet het tijdstip van eerste ingebruikneming of de ingangsdatum van de verhuur liggen op of na 1 november 2012. Deze 24-maanden-termijn is tijdelijk en geldt tot 1 januari 2015. Vanaf 1 januari 2015 wordt weer teruggekeerd naar de zes-maanden-termijn.

Kortom, de verkrijging van een onroerende zaak is ook vrijgesteld van overdrachtsbelasting als:

  • deze onroerende zaak op of na 1 januari 2015 wordt verkregen;
  • als bedrijfsmiddel is gebruikt;
  • de verkrijger de in rekening gebrachte btw deels of volledig in aftrek kan brengen;
  • de verkrijging plaatsvindt binnen zes maanden na het tijdstip van de eerste ingebruikneming of de eerdere ingangsdatum van een verhuur van dat goed; en
  • de verkrijging wordt opgenomen in een notariĆ«le akte die wordt verleden binnen de termijn waarbinnen de verkrijging dient plaats te vinden.

De bestaande mogelijkheid om tijdelijk een afwijkende termijn vast te stellen, indien de ontwikkelingen op de vastgoedmarkt daartoe aanleiding geven wordt gehandhaafd, maar moet bij algemene maatregel van bestuur worden geregeld. De huidige 24-maanden-termijn die op deze bestaande mogelijkheid is gebaseerd, komt zoals gezegd per 1 januari 2015 te vervallen.

Publicatiedatum: 09 oktober 2014


Deel dit nieuwsbericht