Teveel ingehouden pensioenpremie. Toch vrijgesteld loon

Teveel ingehouden pensioenpremie. Toch vrijgesteld loon

Voor pensioenaanspraken geldt de zogeheten omkeerregeling d.w.z. niet de aanspraak ingevolge een pensioenregeling maar de daaruit voortvloeiende uitkering is belast. Teneinde de omkeerregel volledig tot zijn recht te laten komen, wordt in artikel 11, eerste lid, onderdeel j, Wet LB 1964 de eigen bijdrage van werknemers ingevolge een pensioenregeling niet tot het loon gerekend. Tegen deze achtergrond heeft Gerechtshof Den Bosch geoordeeld dat onder bijzondere omstandigheden (ook) teveel ingehouden pensioenbijdrage vrijgesteld loon kan zijn.

Wat waren de feiten? In het pensioenreglement van een transportbedrijf was bepaald dat de werkgever 2/3 deel van de pensioenpremie op zich nam en de werknemers 1/3 deel. De werkgever deed zijn salarisadministratie zelf en hield abusievelijk 2/3 deel van de pensioenpremie in op het loon van de werknemers, in plaats van 1/3 deel. De volledige pensioenpremie werd vervolgens betaald aan het pensioenfonds en dat was niet meer dan de totaal verschuldigde premie. Toen de werkgever er later achter kwam dat teveel was ingehouden, corrigeerde hij dit niet en informeerde ook de werknemers niet. Hij verzocht de belastingdienst wel om de teveel ingehouden pensioenpremie in een later jaar te mogen verrekenen. De belastingdienst ging hier niet mee akkoord en legde een naheffingsaanslag loonheffing op voor het teveel bij de werknemers ingehouden deel.

Het hof oordeelde dat het de werkgever voor ogen stond via de inhouding de door de werknemers verschuldigde bijdrage te innen en af te dragen aan de pensioenfonds. Volgens het hof hebben de werknemers hiermee dit deel van het loon genoten. Vervolgens kwam het hof tot het oordeel dat in dit geval toch sprake was van een vrijgestelde pensioenbijdrage. Op het moment dat de werkgever te veel pensioenpremie inhield, verkeerde hij namelijk in de veronderstelling een bijdrage te voldoen aan het pensioenfonds die de werknemers verschuldigd waren. Naar het oordeel van het Hof is het te veel ingehouden en aan het pensioenfonds betaalde bedrag dan ook aan te merken als een bijdrage als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel j, van de Wet LB 1964. De naheffingsaanslag loonheffing werd vernietigd.

Publicatiedatum: 01 oktober 2013


Deel dit nieuwsbericht