Tewerkstellingsvergunningplicht aangepast voor zakelijke besprekingen, stagiairs en au-pairs

Tewerkstellingsvergunningplicht aangepast voor zakelijke besprekingen, stagiairs en au-pairs

Per 15 juli 2015 is de tewerkstellingsvergunningplicht, welke is neergelegd in het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen, aangepast. De aanpassingen hebben betrekking op zakelijke besprekingen, stagiairs en au-pairs.

Zakelijke besprekingen

Personen afkomstig van buiten de EU/EER die naar Nederland komen voor zakelijke besprekingen of het sluiten van overeenkomsten zullen voortaan minder vaak een tewerkstellingsvergunning nodig hebben. De uitzonderingsbepaling voor deze incidentele arbeid is gewijzigd naar maximaal 13 weken in 52 weken. Met deze wijziging is de omissie in de wet dat het zou moeten gaan om ‘13 aaneengesloten weken’ binnen een periode van 52 hersteld. Heen en weer reizen gedurende het jaar is dus (weer) toegestaan tot een periode van 13 weken (lees: 90 dagen). Werkzaamheden die verband houden met het primaire productieproces of de kernactiviteiten van het bedrijf vallen niet onder deze bepaling.

Stagiairs

Per 1 oktober 2013 is een uitzondering op de tewerkstellingsvergunningplicht van kracht voor leerlingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven en die de beroepsopleidende leerweg (BOL) van het mbo volgen. Voorwaarden voor deze uitzonderingen zijn dat deze leerlingen vóór hun achttiende met de BOL-opleiding begonnen zijn, de stage een verplicht onderdeel van de studie is en de stage onbezoldigd (reiskostenvergoeding uitgezonderd) wordt verricht.

Deze uitzondering op de tewerkstellingsvergunningplicht wordt uitgebreid voor stages die verplicht zijn in het praktijkonderwijs, de leer-werktrajecten en de entreeopleiding op het vmbo en de uitstroomprofielen arbeidsmarkt en vervolgonderwijs van het voortgezet speciaal onderwijs. Voor de voorwaarden wordt aangesloten bij de vrijstelling voor de BOL-opleiding.

Au-pairs

De voorwaarden voor uitzondering op de tewerkstellingsvergunningplicht voor au pairs worden uitgebreid met de verplichting tot het ondertekenen van een verklaring door het gastgezin waarin het te kennen geeft zich ervan bewust te zijn dat de toezichthoudende instanties aan huis kunnen komen controleren of men zich aan de regels houdt. Daarnaast wordt aan de voorwaarde aangaande verblijf in een gastgezin toegevoegd dat de au pair en het gastgezin geen familie van elkaar zijn, om te waarborgen dat de au-pairregeling wordt gebruikt voor culturele uitwisseling en niet voor gezinshereniging of -vorming of familiebezoek. Deze beperking geldt voor familieleden tot en met de derde graad.

Publicatiedatum: 31 augustus 2015


Deel dit nieuwsbericht