Uitzendbureau is inhoudingsplichtig voor privégebruik van door inlener ter beschikking gestelde bestelauto’s

Uitzendbureau is inhoudingsplichtig voor privégebruik van door inlener ter beschikking gestelde bestelauto’s

Op 28 januari 2021 is een uitspraak van Gerechtshof Den Haag gepubliceerd over een zaak waarin aan een uitzendbureau een naheffing loonheffingen was opgelegd wegens privégebruik van bestelauto’s van de zaak door haar medewerkers. Wat deze uitspraak bijzonder maakt, is dat de bestelauto’s ter beschikking waren gesteld door de inlener, een aannemingsbedrijf. Het uitzendbureau en het aannemingsbedrijf hadden geen kilometeradministratie bijgehouden en voor de loonheffingen geen “Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik” bij de Belastingdienst aangevraagd.

Normaliter is een uitzendbureau niet inhoudingsplichtig voor voordelen die een inlener aan de werknemers van het uitzendbureau verstrekt, zogeheten loon (afkomstig) van derden. In het onderhavige geval is het hof echter van oordeel dat het voordeel inzake privégebruik auto, voor zover hiervan sprake is, geacht moet worden uit hoofde van de dienstbetrekking met het uitzendbureau te zijn genoten en dat het uitzendbureau daarvoor inhoudingsplichtig is. In het onderhavige geval is volgens het hof sprake van ‘medeweten’ maar ook dat het uitzendbureau en het aannemingsbedrijf afspraken hebben gemaakt over de ter beschikking stelling van de bestelauto’s. Het medeweten volgt onder meer uit de omstandigheden dat het uitzendbureau en het aannemingsbedrijf eenzelfde bestuurder hebben, beide vennootschappen op hetzelfde bedrijfsadres zijn gevestigd en gebruik maken van dezelfde contactgegevens. Voorts zendt het uitzendbureau haar werknemers geheel of nagenoeg geheel uitsluitend uit naar het aannemingsbedrijf die op haar beurt geheel of nagenoeg geheel uitsluitend werknemers van het uitzendbureau inleent.

De stelling van het uitzendbureau dat het voor de werknemers verboden was om de bestelauto’s voor privé te gebruiken, kan niet worden onderbouwd met een schriftelijke vastlegging daarvan. Daarbij komt dat de werknemers de bestelauto’s in sommige gevallen mee naar huis namen waardoor handhaving van het verbod feitelijk onmogelijk is geworden, omdat geen dagelijkse registratie van de gereden kilometers werd bijgehouden.

De eindheffing doorlopend afwisselend gebruik kon niet worden toegepast, omdat uit de rittenregistraties die het uitzendbureau heeft opgesteld blijkt dat de bestelauto’s vaak lange tijd door een en dezelfde werknemer worden gebruikt. In zo’n geval kan niet worden gezegd dat de bestelauto’s doorlopend aan twee of meer werknemers afwisselend ter beschikking zijn gesteld.

Uit deze uitspraak blijkt eens te meer dat wanneer werknemers gebruik maken van ter beschikking gestelde (bestel)auto’s een naheffing loonheffingen onvermijdelijk is indien er geen afspraken zijn gemaakt over het gebruik en er geen of nauwelijks toezicht wordt gehouden. Wanneer u dit risico wilt voorkomen, dan kunnen wij u helpen bij het implementeren van de juiste maatregelen en vastleggingen.


Publicatiedatum: 07 februari 2021


Deel dit nieuwsbericht