Uitzendbureau kan btw inzake huur onderkomens buitenlandse uitzendkrachten in aftrek brengen
Op 16 juli 2021 is een uitspraak gepubliceerd van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: rechtbank)
over de vraag of een uitzendbureau de in rekening gebrachte btw inzake de huur
van onderkomens voor buitenlandse uitzendkrachten in aftrek mag brengen.
Feiten
X drijft een
uitzendbureau in de installatie-, bouw, metaal- en schilderbranche en stelt
buitenlandse uitzendkrachten ter beschikking aan haar opdrachtgevers. Zij huurt
bij derden onderkomens voor deze buitenlandse uitzendkrachten (die niet in
Nederland wonen), omdat de plaats van tewerkstelling en de woonplaats doorgaans
ver van elkaar verwijderd liggen. X sluit hiertoe overeenkomsten met bungalowparken
en bed & breakfasts etc. De huur neemt X voor haar rekening. De btw die aan
X in rekening is gebracht door de aanbieders van de onderkomens heeft zij in
aftrek gebracht. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat de aftrek van
deze btw is uitgesloten op grond van artikel 1, lid 1, aanhef en letter c van
het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968.
Oordeel rechtbank
Volgens de rechtbank
is uitsluitend in geschil of het huren van de onderkomens primair wordt
opgeroepen door de bijzondere behoeften van de onderneming. De bewijslast
hiervan ligt bij X. Naar het oordeel van de rechtbank is X in haar bewijslast
geslaagd. Gelet op de feitelijke situatie bij X en haar feitelijk handelen is
aannemelijk dat het huren van onderkomens primair wordt opgeroepen door de
bijzondere behoeften van de onderneming van X. De rechtbank acht het
aannemelijk dat de situatie op de Nederlandse arbeidsmarkt zodanig is dat X
genoodzaakt is buitenlandse arbeidskrachten te werven en om voor hen in
huisvesting te voorzien. Die situatie kan worden aangemerkt als een bijzondere
omstandigheid. Het BUA is niet van toepassing en X kan derhalve de btw voor de
huur van de onderkomens voor de buitenlandse uitzendkrachten in aftrek brengen.
Publicatiedatum: 27 juli 2021
Deel dit nieuwsbericht