Uniforce-concept heeft vanaf 1 juli 2018 niet meer de vrijwaring van de Belastingdienst

Om opdrachtgevers te vrijwaren van het risico op naheffingen loonheffingen, heeft Uniforce Group bv jaren geleden het Uniforce-concept geïntroduceerd. In het Uniforce concept wordt een ‘Declarabele uren bv’ (‘DUBV’) opgericht waarvan Uniforce 20% aandeelhouder wordt. Degene die de werkzaamheden voor de opdrachtgever feitelijk gaat uitvoeren, is in dienstbetrekking werkzaam bij de DUBV. Op basis van een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst was deze persoon verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen en kon aan de opdrachtgever een zogeheten ‘Verklaring Uniforce Registratie’ (‘VUR’) worden overlegd die in feite dezelfde werking had als een Verklaring arbeidsrelatie met de kwalificatie ‘voor rekening en risico van een vennootschap’ (de zogeheten VAR d.g.a.).

In het kader van de op 1 mei 2016 in werking getreden Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (‘Wet DBA’) is de Belastingdienst met Uniforce in gesprek gegaan over de vaststellingsovereenkomst en de vrijwaring ter zake het Uniforce-concept. Uiteindelijk heeft de Belastingdienst de vaststellingsovereenkomst per 1 juli 2018 beëindigd. Volgens een op 9 juli 2018 gepubliceerde uitspraak van de voorzieningenrechter van Rechtbank Den Haag is deze opzegging rechtsgeldig geweest. Volgens de rechter verhoudt het zich niet met de Wet DBA om van de Belastingdienst te verlangen nog langer uitvoering te geven aan de vaststellingsovereenkomst.

Publicatiedatum: 23 juli 2018