Vanaf 2020 een forfaitaire bijtelling voor fiets van de zaak

Vanaf 2020 een forfaitaire bijtelling voor fiets van de zaak

Wanneer een ter beschikking gestelde (bestel)auto voor meer dan 500 kilometer op jaarbasis voor privédoeleinden wordt gebruikt, dan wordt daarin voor wat betreft de verschuldigdheid van loonheffingen een privévoordeel gezien. Dit privévoordeel (beter gezegd, loon) wordt berekend aan de hand van een bijtellingspercentage en de cataloguswaarde van de auto. Zie hier.

Voor een fiets van de zaak zijn er momenteel geen specifieke fiscale regels. Wanneer een fiets door de werkgever wordt vergoed of verstrekt, dan kwalificeert deze vergoeding of verstrekking als belast loon. Als de werkgever bereid is de belastingheffing over dit loon voor zijn rekening te nemen, dan kan de vergoeding of verstrekking als eindheffingsloon worden aangewezen. De vergoeding of verstrekking valt dan binnen de werkkostenregeling in de vrije ruimte.

Maar wat als de fiets ter beschikking wordt gesteld door de werkgever? Hoe stellen we dan het privévoordeel vast?

De algemene opvatting is dat dan precies bijgehouden moet worden hoeveel kilometer er zakelijk is gefietst (woon-werkverkeer, dienstreizen) en hoeveel er privé is gefietst. De privékilometers zouden vervolgens moeten worden vermenigvuldigd met een kilometerprijs. De kilometerprijs bestaat uit de kosten per kilometer zoals aan onderhoud, reparatie, verzekering en bij een elektrische fiets de elektriciteitskosten. Kortom, een ingewikkelde berekening.

Het kabinet heeft op 20 maart 2018 aangegeven dat zij de fiscale regelgeving ter zake de fiets van de zaak gaat versimpelen. Dit nieuwsbericht volgt op de antwoorden van staatssecretaris Snel van Financiën op Kamervragen over de fiets van de zaak.

Er komt per 1 januari 2020 een simpelere regeling via een forfaitaire bijtelling. Hoe de regeling er uitgaat zien, is nog ongewis. Zodra hierover meer duidelijk is, zullen wij dat uiteraard berichten.


Publicatiedatum: 20 maart 2018


Deel dit nieuwsbericht