VAR-loon voor zzp’er die kraamzorg verleent via kraamzorginstelling

VAR-loon voor zzp’er die kraamzorg verleent via kraamzorginstelling

Op 1 april 2015 is een uitspraak van Rechtbank Gelderland gepubliceerd waarin een kraamverzorgende meende recht te hebben op een VAR met de kwalificatie winst uit onderneming (wuo) voor het leveren van kraamzorg met tussenkomst van een zorgaanbieder. De Belastingdienst is van mening dat deze werkzaamheden in dienstbetrekking worden verricht. Voor wat betreft de werkzaamheden die rechtstreeks zonder tussenkomst van zorgaanbieders worden verricht, heeft eiseres wel een VAR-wuo ontvangen.

 

Bij de beoordeling van de vraag of de Belastingdienst een VAR-wuo had moeten afgeven, stelt de rechtbank voorop dat de omstandigheid dat het eiseres in het kader van de AWBZ niet zou zijn toegestaan rechtstreeks aan de zorgvragers (kraam)zorg in natura te verlenen, omdat zulks slechts via toegelaten zorgaanbieders – de instellingen – dient te geschieden die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de verleende zorg, niet aan het fiscale ondernemerschap van eiseres in de weg hoeft te staan. Het gaat in dit verband erom of eiseres voldoende zelfstandigheid bezit ten opzichte van haar opdrachtgevers, zijnde de instellingen. Evenmin wordt die conclusie verhinderd door de omstandigheid dat eiseres is gehouden binnen door de instellingen bepaalde kaders haar werkzaamheden te verrichten.

 

Ondanks deze beschouwingen is de rechtbank toch van oordeel dat geen sprake is van – voor het ondernemerschap vereiste – zelfstandigheid en ondernemersrisico. Hiertoe heeft de rechtbank met name in aanmerking genomen dat gesteld noch gebleken is dat eiseres een overeenkomst heeft gesloten met de degene die de (uiteindelijke) zorg behoeft. De rechtbank vergelijkt hierbij de arbeidsrelatie van de kraamverzorgende met een oproep/uitzendkracht. Ook een oproep-/uitzendkracht is niet gehouden aangeboden werk te aanvaarden en heeft ook geen inkomsten wanneer deze wegens ziekte of het uitblijven van werkaanbod geen werkzaamheden verricht. Een debiteurenrisico is niet gebleken. Uit de feiten zou volgen dat van ondernemerschap geen sprake is. Dat eiseres een beroepsaansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten, maakt dit niet anders.

Publicatiedatum: 01 april 2015


Deel dit nieuwsbericht