Vastgoedbeleggingsfondsen moeten zijn onderworpen aan bijzonder overheidstoezicht om beheer ervan te kunnen vrijstellen; feitelijke exploitatie vastgoed is geen beheer!

Vastgoedbeleggingsfondsen moeten zijn onderworpen aan bijzonder overheidstoezicht om beheer ervan te kunnen vrijstellen; feitelijke exploitatie vastgoed is geen beheer!

Op 9 december 2015 heeft het Hof van Justitie (hierna: HvJ) een arrest gewezen waarin het oordeelde, dat vastgoedbeleggingsfondsen die zijn onderworpen aan bijzonder overheidstoezicht kwalificeren als gemeenschappelijk beleggingsfonds. Hieruit volgt dat het beheer van dergelijke fondsen is vrijgesteld van btw. Verder heeft het HvJ geoordeeld dat de feitelijke exploitatie van vastgoed niet is aan te merken als beheer en daarmee niet is vrijgesteld van btw.

Belang voor de praktijk
De Wet op de omzetbelasting 1968 bepaalt dat het beheer van door beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen ter collectieve belegging bijeengebrachte vermogens is vrijgesteld van btw. Het HvJ oordeelde in onderhavig arrest dat vastgoedbeleggingsfondsen die zijn onderworpen aan bijzonder overheidstoezicht kwalificeren als gemeenschappelijk beleggingsfonds. Het beheer van dergelijke fondsen is daarmee vrijgesteld van btw. Het is onduidelijk wanneer gemeenschappelijke beleggingsfondsen in Nederland zijn onderworpen aan bijzonder overheidstoezicht. Tevens is uit het arrest duidelijk geworden dat de feitelijke exploitatie van vastgoed niet is aan te merken als beheer en daarmee niet onder de btw-vrijstelling voor het beheer van collectieve beleggingsfondsen en -maatschappijen valt. In het onderhavige arrest bestond de feitelijke exploitatie van het vastgoed uit de verhuur, het beheer van de bestaande huurcontracten alsmede het machtigen van andere derden en de controle op onderhoudsmaatregelen.

Feiten
Het draait in deze zaak om de btw-schuld van Fiscale Eenheid X N.V. c.s. (hierna: X). A Beheer N.V. (hierna: A) maakt deel uit van deze fiscale eenheid. In 1996 heeft A met drie in Nederland gevestigde vennootschappen overeenkomsten gesloten voor de verrichting van diverse diensten. Deze vennootschappen maken geen deel uit van X en werden opgericht door verschillende pensioenfondsen. Na de oprichting hebben deze vennootschappen aandelen en certificaten van aandelen aan derden uitgegeven. De activiteiten van deze vennootschappen bestaan in de acquisitie van aandeelhouders of certificaathouders, de aankoop en verkoop van onroerende zaken en de exploitatie daarvan. Zij hebben geen personeel in dienst.
A verrichtte op grond van de overeenkomsten diverse werkzaamheden, waaronder het beheer van het vermogen en het vastgoed van de vennootschappen, het beschikken over het vermogen van de opdrachtgever, daaronder begrepen de verkoop van vastgoed en de acquisitie van aandeelhouders resp. certificaathouders.
Alle werkzaamheden worden door A of in opdracht en onder verantwoordelijkheid van A door derden verricht. Voor deze werkzaamheden heeft A van de vennootschappen een vergoeding ontvangen.

X heeft geen btw voldaan over de van de drie vastgoedvennootschappen ontvangen vergoedingen, omdat zij van mening was dat de werkzaamheden die waren verricht door haarzelf of door derden onder haar verantwoordelijkheid van de btw waren vrijgesteld op grond van de btw-vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen en -maatschappijen. Volgens de Belastingdienst is daarentegen enkel de aan- en verkoop van vastgoed en de acquisitie van aandeelhouders resp. certificaathouders van de btw vrijgesteld. De Belastingdienst heeft X een naheffingsaanslag opgelegd over 1996.   

Hof van Justitie
Gemeenschappelijk beleggingsfonds
Beleggingsmaatschappijen die niet in effecten beleggen maar in vastgoed, kunnen worden beschouwd als gemeenschappelijke beleggingsfondsen in de zin van de btw-vrijstelling, als de betrokken lidstaat deze fondsen aan bijzonder overheidstoezicht heeft onderworpen. Om als gemeenschappelijk beleggingsfonds te kunnen worden aangemerkt, moet het fonds, naast te zijn onderworpen aan bijzonder overheidstoezicht, ook de volgende kernmerken hebben:

  • personen hebben rechten van deelneming in dat fonds gekocht;
  • het rendement van de gedane belegging is afhankelijk van de resultaten van de       beleggingen door de beheerder van het fonds in de periode waarin de voormelde personen de rechten van deelneming aanhielden; en 
  • de deelnemers zijn winstgerechtigd of dragen het risico dat is verbonden aan het beheer van het fonds.


Beheer
Naar het oordeel van het HvJ bestaat de specifieke activiteit van een vastgoedbeleggingsfonds in werkzaamheden met betrekking tot de selectie, de aan- en verkoop van de onroerende zaken en administratieve en boekhoudkundige taken. De feitelijke exploitatie van de onroerende zaken van een gemeenschappelijk beleggingsfonds is niet specifiek voor de exploitatie van een gemeenschappelijk beleggingsfonds en valt daardoor niet onder het begrip beheer in de zin van de vrijstelling. In het arrest bestond de feitelijke exploitatie van het vastgoed uit de verhuur, het beheer van de bestaande huurcontracten alsmede het machtigen van andere derden en de controle op onderhoudsmaatregelen.

Publicatiedatum: 21 december 2015


Deel dit nieuwsbericht