Veel onduidelijk rondom Regeling dienstverlening aan huis

Veel onduidelijk rondom Regeling dienstverlening aan huis

Eerder hebben we bericht over de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam die heeft geoordeeld dat schoonmakers die via het digitale platform Helpling werkzaam zijn een uitzendovereenkomst met Helpling hebben.

Over deze uitspraak zijn Kamervragen gesteld die enkele weken geleden beantwoord zijn door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

In de antwoorden merkt de minister op dat werknemers die werkzaam zijn op basis van de Regeling dienstverlening aan huis niet verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Ze hebben recht op 6 weken doorbetaling bij ziekte, in plaats van de reguliere 104 weken, en hebben geen recht op ziekengeld na afloop. Ze hebben geen recht op uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Werkloosheidswet. Zij kunnen zich hiervoor wel vrijwillig verzekeren. Ook de ontslagbescherming is anders geregeld, waarbij er voor werkers onder de Regeling dienstverlening aan huis geen ontslagvergunning bij het UWV aangevraagd hoeft te worden.

Deze antwoorden dateren van vóór de uitspraak van Rechtbank Rotterdam van 16 december 2021. Misschien dat één van de Kamerleden kan vragen of deze antwoorden nog steeds gelden?

De minister geeft ook aan dat de Regeling dienstverlening aan huis niet bedoeld is voor bedrijven. Bedrijven kunnen zich presenteren als bemiddelaar tussen particulier en de werkende, en stellen dat de werkende als werknemer in dienst is van de particulier. Uit voormelde hofuitspraak is echter gebleken dat er dan sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst (meer specifiek, een uitzendovereenkomst). Met deze uitspraak in de hand is de kans aanwezig dat de Belastingdienst bedrijven die zich als bemiddelaar aanbieden, gaat benaderen en die bedrijven aanmerkt als uitzendbedrijven.

Publicatiedatum: 27 december 2021


Deel dit nieuwsbericht