Vennootschap heeft geen recht op aftrek van btw voor advocaatkosten strafzaak directeur

Vennootschap heeft geen recht op aftrek van btw voor advocaatkosten strafzaak directeur

Op 16 februari 2018 is een uitspraak gepubliceerd waarin Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: gerechtshof) heeft geoordeeld, dat X bv geen recht heeft op aftrek van de btw op advocaatkosten met betrekking tot een strafzaak tegen haar directeur.

Feiten
De directeur van X bv was verdachte in een strafzaak over faillissementsfraude, gepleegd met behulp van Y bv. X bv was niet betrokken bij die strafzaak. In de strafprocedure werd de directeur bijgestaan door een advocatenkantoor. De directeur is vrijgesproken. Het advocatenkantoor declareert haar kosten bij X bv. X bv heeft de btw op de facturen in aftrek gebracht. Na een boekenonderzoek legt de inspecteur naheffingsaanslagen en vergrijpboetes op voor de jaren 2008 tot en met 2012.

Oordeel gerechtshof
Geen recht op aftrek
Naar het oordeel van het gerechtshof heeft de inspecteur de naheffingsaanslagen terecht en tot de juiste bedragen opgelegd. Er ontbreekt immers een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de diensten van het advocatenkantoor voor de verdediging van de directeur en de economische belastbare activiteit van X bv. Het gerechtshof neemt daarbij in aanmerking dat uit het vonnis van de strafrechter geen enkele betrokkenheid van X bv bij de strafzaken blijkt. Dat X bv de kosten voor de verdediging heeft gedragen is daarbij niet van belang.

Boetes
De inspecteur is volgens het gerechtshof er niet in geslaagd te bewijzen dat bij X bv sprake is van grove schuld. De directeur meende dat hij de kosten van de verdediging maakte met het oog op het voortbestaan van de onderneming van X bv. De facturen van het advocatenkantoor vormen volgens de directeur dan ook kosten die aan X bv kunnen worden toegerekend. Hoewel het gerechtshof oordeelt dat deze gedachtegang fiscaal onjuist is, is zij niet zodanig onlogisch dat zij roekeloos, experimenteel of zonder enige financieel-economische basis is. Hierbij neemt het gerechtshof in aanmerking dat de inspecteur niet heeft gesteld dat de directeur over zoveel kennis van de omzetbelasting beschikte dat hij zo niet had mogen handelen. Ondanks dat X bv de btw op de facturen ten onrechte in aftrek heeft gebracht, is het verwijt dat X bv kan worden gemaakt te licht om als ernstig nalatig of laakbaar slordig te worden aangemerkt. Het gerechtshof vermindert de boetes voor de jaren 2008 tot en met 2010 en vernietigt de boetes voor de jaren 2011 en 2012.

Belang voor de praktijk
Uit de onderhavige uitspraak volgt dat voor het recht op aftrek van btw essentieel is dat de factuur wordt uitgereikt aan degene die de prestatie heeft afgenomen. Als een btw-ondernemer namelijk aan hem via facturen in rekening gebrachte btw in aftrek brengt terwijl hij niet de afnemer is, loopt hij het risico dat deze btw door de Belastingdienst wordt nageheven en dat een boete wordt opgelegd.

Publicatiedatum: 27 februari 2018


Deel dit nieuwsbericht