Verdragenoverzicht per 1 oktober 2019 en wijzigingen in verdrag met België en Duitsland

Verdragenoverzicht per 1 oktober 2019 en wijzigingen in verdrag met België en Duitsland

Nederland heeft met een groot aantal landen belastingverdragen gesloten ter voorkoming van dubbele heffing van directe belastingen (onder andere inkomstenbelasting en dividendbelasting). Ook heeft Nederland verdragen afgesloten waarin de uitwisseling van fiscale informatie wordt geregeld.

Elk kwartaal publiceert het Ministerie van Financiën het zogenaamde verdragenoverzicht. In dit overzicht zijn niet alleen belastingverdragen opgenomen, maar ook andere regelingen, zoals de Belastingregeling voor het Koninkrijk. Op 15 oktober 2019 is het verdragenoverzicht per 1 oktober 2019 gepubliceerd.

Op 27 september 2019 heeft staatssecretaris Snel van Financiën de rapportage fiscale knelpunten grensarbeiders 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

In deze rapportage wordt onder meer opgemerkt dat Nederland met België in onderhandeling is over het laten vervallen van het zogeheten hooglerarenartikel in het belastingverdrag tussen Nederland en België. Op basis van het hooglerarenartikel komt de heffingsbevoegdheid over het loon van een (hoog)leraar, die in één van beide verdragsluitende staten onderwijs geeft of wetenschappelijk onderzoek verricht aan een onderwijsinstelling, de eerste twee jaar na de aanvang van de functie toe aan de woonstaat. Dit artikel komt waarschijnlijk te vervallen waardoor in beginsel de werkstaat heffingsbevoegd wordt.

De staatssecretaris merkt verder op dat het (nieuwe) belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland mogelijk wordt aangepast om knelpunten die grensarbeiders ervaren, weg te nemen. Zo wordt mogelijk het pensioenartikel in verband met bepaalde Duitse socialezekerheidsuitkeringen aangepast. Wat is het geval? Het heffingsrecht over loon uit dienstbetrekking van grensarbeiders die in Nederland wonen en in Duitsland werken, wordt op grond van het belastingverdrag in beginsel toegekend aan de werkstaat. Als deze grensarbeiders kortdurende socialezekerheidsuitkeringen uit Duitsland ontvangen die samenhangen met die werkzaamheden, zoals Krankengeld en Elterngeld, en deze niet meer bedragen dan € 15.000, is het heffingsrecht daarover toegewezen aan de woonstaat (lees: Nederland). Bij bijvoorbeeld ziekte vindt er dan als het ware een verschuiving van het heffingsrecht plaats van de werkstaat (loon) naar de woonstaat (socialezekerheidsuitkering van € 15.000 of minder). De genoemde uitkeringen zijn in Duitsland onbelast. Doordat het belastingverdrag het heffingsrecht over deze uitkeringen onder bepaalde voorwaarden aan de woonstaat toewijst, kan de situatie ontstaan dat een in Duitsland onbelaste uitkering in Nederland leidt tot een belaste uitkering. Dit wordt als onrechtvaardig ervaren. Een oplossing hiervoor vergt een aanpassing van het verdrag. Nederland is op dit moment met Duitsland in gesprek over een dergelijke aanpassing.

Mocht u meer willen weten over waar belasting verschuldigd is of waar de medewerker sociaal verzekerd is, dan kunt u ons uiteraard contacten.

Publicatiedatum: 20 oktober 2019


Deel dit nieuwsbericht