Vergoeding voor studiekosten van kind van werknemer

Vergoeding voor studiekosten van kind van werknemer

In een Kamerbrief d.d. 12 november 2018 is staatssecretaris Snel van Financiën schriftelijke ingegaan op vragen vanuit de Tweede Kamer over het Belastingplan 2019. Onder meer is ingegaan op vragen over de mogelijkheden voor een werkgever om een onbelaste vergoeding aan het kind van een werknemer te verstrekken voor de studiekosten van dat kind. De staatssecretaris merkt in dit verband op dat er geen gebruik kan worden gemaakt van de gerichte vrijstelling voor studiekosten onder de werkkostenregeling.

In een uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch van 14 september 2000 is beslist dat de studietoelage die de werkgever aan het kind van een werknemer betaalt, kwalificeert als loon van het kind. Het moet dan wel gaan om de situatie dat het kind zelfstandig de toelage krijgt en de ouder hier geen recht op heeft of kan doen gelden. Het kind kwalificeert dan zelf als ‘werknemer’ in de zin van artikel 2, eerste lid, Wet op de loonbelasting 1964. Is dit niet het geval, dan blijft sprake van loon van de ouder. Daarbij geldt dat sprake is van loon van een ouder indien de toekenning van de studietoelage aan het kind invloed heeft op het loon van de ouder.

Mocht sprake zijn van loon van het kind, dan betekent dit niet dat, mocht de werkgever al als inhoudingsplichtige ten aanzien van het kind worden aangemerkt, ook gebruik kan worden gemaakt van de gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling. Om van de gerichte vrijstelling voor studiekosten gebruik te kunnen maken dient een loonbestanddeel allereerst als zogenoemd eindheffingsloon aangewezen te kunnen worden. Dat kan in dit geval niet omdat loon waar geen arbeid tegenover staat (lees: loon uit vroegere dienstbetrekking) niet kan worden aangewezen als eindheffingsloon.

Daarnaast zijn er werkgevers die samen met werknemers een studiefonds oprichten dat, mits aan de wettelijke voorwaarden op dat punt is voldaan, desgewenst onbelaste uitkeringen kan doen ten behoeve van studiekosten van kinderen van werknemers. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat werknemers ten minste hetzelfde bedrag inleggen in het fonds als de werkgever.

Naar aanleiding van een motie van de Kamerleden Omtzigt en Bruins, die op 15 november 2018 met algemene stemmen door de Tweede Kamer is aangenomen, wordt de regering opgedragen om werkgevers te informeren over welke mogelijkheden er zijn om een studietoelage te verstrekken aan de studerende kinderen van werknemers, opdat volstrekt duidelijk is hoe deze mogelijkheden fiscaal correct ingezet kunnen worden.

Publicatiedatum: 18 november 2018


Deel dit nieuwsbericht