Verhuur bergruimte kwalificeert als verhuur van parkeerruimte voor voertuigen en daarmee btw-belast
Op 15 juni 2021 is een uitspraak gepubliceerd van Rechtbank Gelderland (hierna: rechtbank), waarin in
geschil is of sprake is van de verhuur van parkeerruimte voor voertuigen
(btw-belast) of de verhuur van een onroerende zaak (btw-vrijgesteld).
Feiten
X verhuurt onroerende
zaken (bergruimte). De onroerende zaken zijn stenen gebouwen met een plat dak
en een kanteldeur zonder voorzieningen. De onroerende zaken worden niet
verhuurd in combinatie met woningen of andere onroerende zaken. In de
huurovereenkomsten heeft X niet opgenomen dat het verboden is om de onroerende
zaken te gebruiken voor het parkeren van voertuigen.
Oordeel rechtbank
Onder verwijzing naar
het arrest van de Hoge Raad uit 2017 oordeelt de rechtbank dat sprake is van de
verhuur van parkeerruimte indien aan twee cumulatieve voorwaarden is voldaan:
-
het moet gaan
om een onroerende zaak die voor wat betreft aard en inrichting bestemd is voor
het parkeren van voertuigen; en
-
contractueel
mag niet zijn uitgesloten dat zij als parkeerruimte voor voertuigen worden
gebruikt.
Naar het oordeel van
de rechtbank zijn de onroerende zaken van X wat betreft hun aard en inrichting
bestemd voor het parkeren van voertuigen en is het gebruik ervan als
parkeerruimte niet contractueel uitgesloten. Dat de onroerende zaken feitelijk
voor andere doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld opslagruimte) maakt dit
niet anders. Er is sprake van de verhuur van parkeerruimte voor voertuigen en
derhalve btw-belast.
Publicatiedatum: 21 juni 2021
Deel dit nieuwsbericht