Verhuur werkkamer door maatschap aan bv maat is economische activiteit

Verhuur werkkamer door maatschap aan bv maat is economische activiteit

Op 6 juni 2014 heeft de Hoge Raad weer een arrest gewezen over het tegen vergoeding ter beschikking stellen van een ruimte in een woning (in casu een werkkamer) door een maatschap aan de bv van één van de maten. Uit het arrest volgt dat sprake is van een economische activiteit. Dit is niet nieuw en volgt reeds uit eerdere arresten van de Hoge Raad van 4 oktober 2013. Wat wel nieuw is dat het feit dat de maatschap de werkkamer alleen aan de bv tegen vergoeding ter beschikking wil stellen hier naar het oordeel van de Hoge Raad niet aan afdoet. Ook is nieuw dat hoeft niet te worden getoetst of wel een reële markt bestaat voor de verhuur van ruimten in woningen. Dit is voorbehouden aan publiekrechtelijke of openbare lichamen. Indien een privaatrechtelijke partij een bepaalde activiteit verricht, staat daarmee vast dat daarvoor een reële markt bestaat.

De Hoge Raad laat in het midden of sprake is van reguliere verhuur waarbij moet worden geopteerd voor belaste verhuur, of van kortdurende verhuur dat van rechtswege belast is met 6%. In casu hebben de maatschap en de bv namelijk geopteerd voor belaste verhuur, zodat de inkoop-btw toerekenbaar aan de werkkamer aftrekbaar is.

De Hoge Raad lijkt wel net als in één van de arresten van 4 oktober 2013 ruimte te laten voor de opvatting dat de maatschap de werkkamer niet zelfstandig ter beschikking stelt voor de btw. In het andere arrest van de Hoge Raad van 4 oktober 2013 lijkt de Hoge Raad ruimte te laten voor de opvatting dat de verhuur van ruimten van een woning door een maatschap van echtgenoten aan de bv van één van de maten, niet los kan worden gezien van de werkzaamheden in loondienst van één van de maten van die bv.

Laat u gelet op de vorenstaande kanttekeningen goed adviseren naar aanleiding van deze jurisprudentie van de Hoge Raad.

Publicatiedatum: 23 juni 2014


Deel dit nieuwsbericht