Verruimde toepassing koepelvrijstelling beëindigd; Kan gevolgen hebben voor ambtelijke fusies!

Verruimde toepassing koepelvrijstelling beëindigd; Kan gevolgen hebben voor ambtelijke fusies!

De staatssecretaris van Financiën heeft via een bijlage bij een brief van 20 december 2017 gereageerd op vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Financiën naar aanleiding van een brief van 15 september 2017. Via die brief van 15 september 2017 heeft de staatssecretaris van Financiën de voorzitter van de Tweede Kamer geïnformeerd over het beëindigen van de verruimde toepassing van de koepelvrijstelling. Die verruiming bestond uit het ook mogen toepassen van de koepelvrijstelling als diensten van samenwerkingsverbanden door deelnemende leden voor tenminste 70% werden gebruikt voor onbelaste niet-ondernemersactiviteiten (waaronder begrepen het handelen als overheid) of voor btw-vrijgestelde activiteiten. Deze ruimere toepassing van de koepelvrijstelling is volgens de staatssecretaris in strijd is met de btw-richtlijn, gelet op Europese jurisprudentie. Om betrokken partijen de gelegenheid te geven hun administratie en contracten aan te passen, hanteerde de staatssecretaris een overgangsregeling en is de verruimde toepassing van de koepelvrijstelling beëindigd per 1 januari 2018.

Voordat de staatssecretaris ingaat op de vragen en opmerkingen licht hij de koepelvrijstelling vanwege het technische karakter eerst kort toe. Daarbij staat hij ook kort stil bij de recente Europese jurisprudentie. Daarna gaat hij over tot de beantwoording van de vragen, die zoveel mogelijk per onderwerp geclusterd zijn behandeld.

De gevolgen van het beëindigen van de verruimde toepassing van de koepelvrijstelling zijn volgens de staatssecretaris voor gemeenten beperkt. Dit komt onder andere doordat de verruiming in de praktijk slechts in een gering aantal situaties van gemeentelijke samenwerking lijkt te worden toegepast. Bovendien zou de btw-last bij gemeenten slechts beperkt stijgen. Gemeenten kunnen aan hen in rekening gebrachte btw namelijk grotendeels compenseren en daarnaast voor een deel in aftrek brengen via de btw-aangifte. Alleen voor zover de inkoop-btw niet compensabel is en niet aftrekbaar is via de btw-aangifte (vrijgestelde prestaties) neemt de btw-last toe. Hierbij kan worden gedacht aan btw-vrijgestelde verhuur van onroerende zaken en het verstrekken van onderwijs als overheid. In de praktijk gaat het om 1-10% van de totale btw die door het samenwerkingsverband in rekening wordt gebracht.

Uit Europese jurisprudentie volgt dat de koepelvrijstelling alleen van toepassing is op samenwerkingsverbanden waarvan de leden bepaalde activiteiten van algemeen belang uitoefenen, zoals de medische zorg, ziekenhuisverpleging, de levering van menselijke organen, maatschappelijk werk, sociale zekerheid, prestaties door bejaardentehuizen, het geven van onderwijs, sommige diensten die samenhangen met de beoefening van sport, of bepaalde culturele diensten. De koepelvrijstelling is daarmee niet van toepassing op samenwerkingsverbanden van de leden die zich bezighouden met (her)verzekering, bepaalde financiële diensten en de verhuur van onroerende zaken. De nationale btw-wetgeving (artikel 9 van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968) zal daartoe worden aangepast. De staatssecretaris inventariseert welke sectoren hierdoor worden geraakt.

Publicatiedatum: 07 januari 2018


Deel dit nieuwsbericht