Verruimingen in de werkkostenregeling in 2020

Verruimingen in de werkkostenregeling in 2020

Het kabinet heeft op 1 februari 2019 concrete invulling gegeven aan de voorstellen om de lasten op arbeid voor het midden- en kleinbedrijf met ingang van 2020 met € 100 miljoen te verlagen. De voorstellen bestaan uit twee verruimingen in de werkkostenregeling (‘WKR’).

De eerste maatregel is een verhoging van de vrije ruimte van 1,2% naar 1,7% over de eerste € 400.000 aan fiscale loonsom. Concreet betekent dit dat werkgevers met een fiscale loonsom van meer dan € 400.000 een bedrag van € 2.000 extra aan vrije ruimte krijgen.

De tweede maatregel ziet op de verklaring omtrent gedrag (‘VOG’). In sommige branches is het voorgeschreven of gebruikelijk dat de werkgever van degene die voor hem komt te werken een VOG verlangt. Naar aanleiding van het verzoek van de werkgever vraagt de werknemer vervolgens een VOG aan. In de regel vergoedt de werkgever deze aanvraagkosten. Vóór de invoering van de WKR was er in de praktijk nooit discussie dat deze vergoeding onbelast was. Met de invoering van de WKR stelt de Belastingdienst zich op het standpunt dat een vergoeding VOG belast loon is. Het lijkt ons echter pleitbaar om te stellen dat sprake is van intermediaire kosten, omdat een VOG in opdracht – en in de regel voor rekening – van de werkgever wordt aangevraagd. Het kabinet heeft nu voorgesteld dat vanaf 2020 voor de vergoeding van de VOG een gerichte vrijstelling gaat gelden, zodat de vergoeding niet meer ten laste van de vrije ruimte hoeft te komen.

Publicatiedatum: 02 februari 2019


Deel dit nieuwsbericht