Versnelde procedure om duidelijkheid te hebben over 22% of 25% bijtelling in 2017

Versnelde procedure om duidelijkheid te hebben over 22% of 25% bijtelling in 2017

Met ingang van 1 januari 2017 bedraagt de bijtelling 4% of 22% wanneer een ter beschikking gestelde auto op jaarbasis voor meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt. Deze bijtellingspercentages gelden voor auto’s die op of na 1 januari 2017 (waar ook ter wereld) voor het eerst op de weg zijn toegelaten. Tot 1 januari 2017 was het hoogste bijtellingspercentage 25%. Toen gold dat bepalend was de datum waarop het kenteken van de auto voor het eerst op naam is gesteld, waar ook ter wereld of in Nederland.

De vraag is nu of voor auto’s met een datum eerste tenaamstelling van vóór 2017 de 25% bijtellingspercentage blijft gelden?

In de praktijk worden rijders van een ter beschikking gestelde auto aangemoedigd om bezwaar te maken tegen de inhouding en afdracht van loonheffing over een bijtelling van 25%. Zo vindt ook de Vereniging Zakelijke Rijders (‘VZR’) deze ongelijkheid fiscale discriminatie en heeft ze leden verzocht om een procedure te starten om langs deze weg een oordeel van de belastingrechter te krijgen over de vraag of dit verschil in bijtelling wel of niet een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling van gelijke gevallen oplevert, dan wel een andere manier in strijd is met de wet of de verdragen. De verwachting is dat uiterlijk in april een beroepsprocedure bij de Rechtbank Den Haag wordt gestart. Met de per 1 januari 2016 geïntroduceerde mogelijkheid om ook prejudiciële vragen aan de belastingkamer van de Hoge Raad te stellen, hoopt VZR nog dit jaar een rechterlijk oordeel over dit tariefsverschil te krijgen.

Berijders van een ter beschikking gestelde auto waarvoor het bijtellingspercentage nu (nog) 25% is, zouden dan zelf geen bezwaar hoeven aan te tekenen maar kunnen dan in hun belastingaangifte inkomstenbelasting over 2017 de uitkomst van deze procedure verwerken.

Publicatiedatum: 15 maart 2017


Deel dit nieuwsbericht