Vliegtuigmaatschappij is btw verschuldigd over verkochte, maar niet gebruikte vliegtickets

Vliegtuigmaatschappij is btw verschuldigd over verkochte, maar niet gebruikte vliegtickets

Op 23 december 2015 heeft het Hof van Justitie (hierna: HvJ) arrest gewezen met betrekking tot de vraag of btw moet worden voldaan over een verkocht, maar ongebruikt vliegticket en over de bedragen die een luchtvaartmaatschappij aan een andere luchtvaartmaatschappij heeft betaald als vergoeding voor de verkoop van vliegtickets die niet zijn gebruikt. Beide vragen worden door het HvJ bevestigend beantwoord.

Belang voor de praktijk
Uit onderhavig arrest volgt dat de door een passagier, die niet komt opdagen, betaalde aankoopsom van een vliegticket een betaling vormt, ook al heeft de passagier geen gebruik gemaakt van het aangeboden vervoer. Over verkochte, maar niet gebruikte vliegtickets is btw verschuldigd op het moment waarop de prijs van de vliegticket wordt ontvangen. De strekking van dit arrest kan ons inziens worden doorgetrokken naar bijvoorbeeld andere tickets, zoals tickets voor musea, concerten en dergelijke.  

Feiten
Het arrest heeft betrekking op twee samengevoegde zaken.

In de eerste zaak is Luchtvaartmaatschappij Air France-KLM (hierna: Air France) in Frankrijk gevestigd en biedt (binnenlandse) vluchten aan passagiers aan. Aangezien deze interne vluchten zijn onderworpen aan btw, is in de verkoopprijzen van de vliegtickets btw begrepen. Vanaf 1999 droeg Air France de btw niet langer af aan de belastingdienst die zij had geïnd over de verkoop van uitgegeven vliegtickets die door de passagiers van de interne vluchten niet waren gebruikt. Het ging daarbij om niet-omwisselbare tickets die waren vervallen, omdat de passagiers niet waren komen opdagen bij het instappen en om omwisselbare tickets die waren vervallen, omdat zij niet waren gebruikt vóór de vervaldatum. Naar de mening van de Franse belastingdienst is de niet afgedragen btw alsnog verschuldigd.

In de tweede zaak verzorgde Hop!-Brit Air SAS (hierna: Brit Air) vluchten in het kader van een franchiseovereenkomst met Air-France-KLM. Air France verkocht de tickets en beheerde het verkoopproces voor de vluchten die Brit Air exploiteerde. Air France inde de prijs van de vliegtickets en stortte deze aan Brit Air door voor iedere vervoerde passagier. Voor verkochte vliegtickets die niet waren gebruikt, omdat de passagier niet was komen opdagen bij het instappen of omdat de geldigheidsduur van de ticket was verstreken, betaalde Air France aan Brit Air jaarlijks een forfaitaire vergoeding. Brit Air voldeed over deze vergoeding geen btw. Naar de mening van de Franse belastingdienst is de niet afgedragen btw alsnog verschuldigd.

Oordeel HvJ
Het HvJ oordeelt dat de passagier, als tegenprestatie voor de prijs die hij bij de aankoop van het vliegticket betaalt, het recht krijgt om gebruik te maken van de uitvoering van de verplichtingen die uit de vervoersovereenkomst voortvloeien, ongeacht of hij dit ook effectief doet. Derhalve verricht de luchtvaartmaatschappij haar prestatie zodra zij de passagier in staat stelt om van deze diensten gebruik te maken.
Naar het oordeel van het HvJ is de door een passagier, die niet is komen opdagen, betaalde aankoopsom, geen vergoeding voor de schade die zij zouden hebben geleden doordat een passagier niet is komen opdagen, maar een betaling, ook al heeft de passagier geen gebruik gemaakt van het aangeboden vervoer. Dit betekent dat de afgifte van vliegtickets door een luchtvaartmaatschappij is onderworpen aan de btw wanneer de passagiers de uitgegeven vliegtickets niet hebben gebruikt en geen terugbetaling ervan kunnen verkrijgen. 

De btw die bij de aankoop van een vliegticket is betaald door een passagier die het ticket uiteindelijk niet heeft gebruikt, wordt verschuldigd op het moment waarop de prijs van het ticket wordt ontvangen door de luchtvaartmaatschappij zelf, door een derde die in haar naam en voor haar rekening optreedt of door een derde die in eigen naam, maar voor rekening van deze luchtvaartmaatschappij optreedt.

Als een derde voor rekening van een luchtvaartmaatschappij vliegtickets van deze maatschappij verkoopt in het kader van een franchiseovereenkomst en aan deze maatschappij voor de uitgegeven, maar vervallen vliegtickets een forfaitair bedrag wordt betaald dat bestaat uit een percentage van de jaaromzet die op de desbetreffende vluchten is behaald, is dit forfaitaire bedrag btw-belastbaar als tegenprestatie voor deze vliegtickets. 

Publicatiedatum: 13 januari 2016


Deel dit nieuwsbericht