V.o.f. met overheersende vennoot is schijnconstructie

V.o.f. met overheersende vennoot is schijnconstructie


Op 21 mei 2019 is een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland gepubliceerd waarin het oordeel is dat de inkomsten voor werkzaamheden als pakketbezorger/chauffeur als loon uit dienstbetrekking in aanmerking moeten worden genomen. De opgerichte vennootschap onder firma (‘v.o.f.’) wordt door de rechtbank als schijnconstructie aangemerkt.

Kenmerkend voor v.o.f. is een zekere mate van gelijkwaardigheid van de vennoten en van een daarop gerichte wil van partijen. Bij de vaststelling of sprake is van gelijkwaardigheid, is het vennootschapscontract en de feitelijke situatie tussen de bij dit contract betrokken partijen van groot belang.

In deze casus concludeert de rechtbank op basis van de vaststaande feiten dat niet wordt voldaan aan de voor samenwerking in verband van een v.o.f. vereiste gelijkwaardigheid. Eén der vennoten verkeert in een zodanige overheersende positie dat alle overige vennoten – waaronder eiser – geheel van hem afhankelijk waren en daardoor aan hem ondergeschikt waren. De rechtbank leidt dit af uit onder meer de volgende feiten:

  • De overheersende vennoot was als enige bevoegd om voor de v.o.f. te handelen en te tekenen, gelden uit te geven en te ontvangen, de v.o.f. aan derden en derden aan het samenwerkingsverband te verbinden.
  • De overheersende vennoot sloot met opdrachtgevers contracten en met hen op eigen naam vervoersovereenkomsten.
  • De andere vennoten – waaronder eiser – hebben zelf geen vervoersovereenkomsten gesloten met de opdrachtgevers noch hadden inzicht in de afspraken met betrekking tot de prijsvorming in de onderhandelingen.
  • Toetreding van nieuwe vennoten is alleen toegestaan met toestemming van de overheersende vennoot, eiser werd niet gekend in de toetreding van nieuwe vennoten en had geen volledig zicht op wie zijn medevennoten waren.
  • De overheersende vennoot is als enig bevoegd en gemachtigd tot het in- en uitschrijven van vennoten bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
  • De vennoten treden in persoon noch gezamenlijk naar buiten op als vennoten van de v.o.f.
  • In geval eiser wegens ziekte niet kon werken, diende hij dit bij de overheersende vennoot te melden en hij zorgde er dan voor dat hijzelf of een andere vennoot van de v.o.f. de werkzaamheden van eiser zou overnemen. Een soortgelijke procedure gold voor het opnemen van vrije dagen.

Het voorgaande leidt bij de rechtbank tot het oordeel dat de v.o.f. realiteitsgehalte mist. De naar buiten toe gepresenteerde v.o.f. betreft naar het oordeel van de rechtbank slechts een schijnconstructie.


Publicatiedatum: 29 mei 2019


Deel dit nieuwsbericht