Volledige btw-aftrek voor verbouwing woning en loods

Op 24 september 2014 is een uitspraak van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch gepubliceerd over de btw-etikettering van een verbouwingsdienst.

Feiten

De vennoten (een echtpaar) van belanghebbende, een vof die uitsluitend belaste prestaties verricht, hebben een woonhuis gekocht met een daarvan losstaande loods gekocht. De loods is verbouwd waarbij onder meer een verbinding is gemaakt tussen de woning en de loods. De verbouwing heeft niet geleid tot de vervaardiging van een (nieuwe) onroerende zaak. Sinds de verbouwing wordt de woning voornamelijk voor privédoeleinden gebruikt, maar ook voor bedrijfsdoeleinden, zoals de ontvangst van respectievelijk besprekingen met zakelijke gasten. Het verbindingsstuk wordt voor beide doeleinden gebruikt en de loods wordt uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden gebruikt.

Belanghebbende heeft de inkoop-btw met betrekking tot de verbouwingskosten in aftrek gebracht. Naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft de inspecteur een naheffingsaanslag opgelegd. Daarbij is de door belanghebbende in aftrek gebrachte voorbelasting nageheven voor zover deze betrekking heeft op het woonhuis en de helft van het verbindingsstuk.

Hof

Het Hof komt tot de conclusie dat het gaat om een afzonderlijk investeringsgoed. Het Hof neemt daarbij mede in aanmerking, dat de werkzaamheden door de aannemer zijn uitgevoerd als één geheel, op basis van één opdracht, dat deze werkzaamheden gefaseerd in de periode 2004 en 2005 zijn verricht en dat belanghebbende één bouwvergunning heeft aangevraagd en gekregen.

Het investeringsgoed is met het oog op de economische activiteiten aangeschaft. Er is namelijk niet betwist dat de aanpassingen aan de woning, het tussengedeelte en de loods zowel voor privédoeleinden als voor ondernemingsdoeleinden worden gebruikt. Belanghebbende heeft derhalve recht op aftrek van alle voorbelasting, die in rekening is gebracht ten aanzien van de totale verbouwingsdiensten.

Wetswijziging

Met ingang van 1 januari 2011 is de Nederlandse btw-wetgeving gewijzigd en heeft een einde gemaakt aan de systematiek van algehele aftrek en heffing over het privégebruik van tot het bedrijfsvermogen behorende onroerende zaken. Op basis van de nieuwe wetgeving kan inkoop-btw toerekenbaar aan privégebruik niet meer in aftrek worden gebracht. Daar staat tegenover dat er geen btw meer wordt geheven over het privégebruik. Wel is het nog steeds mogelijk om onroerende zaken die zowel voor privédoeleinden als voor ondernemingsdoeleinden worden gebruikt volledig tot het ondernemingsvermogen te rekenen. In dat geval kan meer gebruik voor btw-belaste ondernemingsdoeleinden leiden tot meer aftrek door toepassing van de herzieningsregels.

Publicatiedatum: 02 oktober 2014