Voorgestelde btw-maatregelen in het pakket Belastingplan 2018

Voorgestelde btw-maatregelen in het pakket Belastingplan 2018

De voorgestelde maatregelen in het pakket Belastingplan 2018 zijn op 19 september 2017 gepubliceerd. Het pakket bestaat uit vier wetsvoorstellen: Belastingplan 2018, Overige fiscale maatregelen 2018, Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling en Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling. Hierna treft u de voorgestelde btw-maatregelen aan. Het is de bedoeling dat de maatregelen per 1 januari 2018 in werking treden.

Zeeschepen
De Europese Commissie heeft Nederland erop aangesproken dat de redactie van het nultarief voor zeeschepen in de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB) te ruim is geformuleerd. In de huidige tekst is niet de eis gesteld dat de zeeschepen ook daadwerkelijk worden gebruikt voor de vaart op volle zee. Om die reden worden de bepalingen die zien op de levering van en diensten aan zeeschepen zodanig aangepast dat het nultarief alleen van toepassing is als het schip ook daadwerkelijk wordt gebruikt voor de vaart op volle zee. Met het begrip volle zee wordt gedoeld op alle zeegebieden buiten de 12-mijlszone van een land.

Aanscherping definitie geneesmiddelen
Door een arrest van de Hoge Raad van eind 2016 is de reikwijdte van het 6%-tarief voor geneesmiddelen verruimd tot producten zoals bepaalde fluoride houdende tandpasta en zonnebrandmiddelen met UVA- en UVB-filter. Het effect van dit arrest is dat ook andere producten in o.a. de cosmetische sfeer onder het 6%-tarief voor geneesmiddelen kunnen vallen. Dit heeft geleid tot een niet-beoogde verruiming van de reikwijdte van het 6%-tarief voor geneesmiddelen en kan alleen via een wetswijziging worden opgelost.

Het kabinet stelt om die reden voor om de voorwaarden voor toepassing van het 6%-tarief voor geneesmiddelen in de Wet OB aan te scherpen door het 6%-tarief van toepassing te laten zijn op geneesmiddelen waarvoor een handelsvergunning zoals bedoeld in de Geneesmiddelenwet is verleend of waarvoor geen handelsvergunning is vereist volgens de Geneesmiddelenwet. Door de aanscherping van de definitie kan het 6%-tarief niet meer worden toegepast op producten die wel een relatie hebben met gezondheid, maar niet als geneesmiddel in het handelsverkeer mogen worden gebracht (zoals tandpasta, zonnebrandcrème, middelen tegen keelpijn, verkoudheid en verstopte neus).

Wetsvoorstel afschaffing btw-landbouwregeling
Zoals aangekondigd in september 2016 door het ministerie van Economische Zaken wordt voorgesteld de btw-landbouwregeling met ingang van 1 januari 2018 af te schaffen, zodat voor ondernemers die daarvan gebruik maken, voortaan de normale btw-regels gaan gelden. Dat betekent dat alle landbouwers:

  • een btw-administratie moeten gaan bijhouden;
  • over hun prestaties btw dienen te voldoen;
  • btw over de aan hen verrichte prestaties kunnen terugvragen;
  • periodiek btw-aangifte moeten gaan doen.

Ook vervalt het 6%-tarief voor goederen en diensten die (nagenoeg) uitsluitend aan landbouwers worden geleverd.

Overgangsrecht

  • De btw op investeringsgoederen die voor 1 januari 2018 in gebruik zijn genomen en waarvoor de herzieningsperiode nog loopt, wordt in één keer herzien voor de resterende herzieningsperiode in de eerste btw-aangifte van 2018.
  • Voor goederen en diensten die voor 1 januari 2018 zijn aangeschaft maar nog niet in gebruik zijn genomen, vindt aftrek plaats in de eerste btw-aangifte van 2018 door de als gevolg van de afschaffing van de landbouwregeling gewijzigde bestemming van deze goederen en diensten.

 

Aansprakelijkheidsbepaling pand- en hypotheekhouders en executanten
Onder andere bij faillissement mogen pand- en hypotheekhouders een zaak uit de boedel halen en tot uitwinning overgaan. De opbrengst moeten zij afboeken op de openstaande vordering. De opbrengst van een zaak omvat echter ook het gedeelte van het door de koper betaalde bedrag dat betrekking heeft op de ter zake van de levering verschuldigde btw. In de praktijk betekent dit dat de Belastingdienst doorgaans achterblijft met een onverhaalbare btw-schuld bij de ondernemer wiens zaak wordt geleverd, aangezien de ondernemer die ofwel al failliet is, ofwel in betalingsproblemen verkeert, meestal niet in staat is de verschuldigde btw te betalen.

Voorgesteld wordt een nieuwe aansprakelijkheidsbepaling in te voeren voor pand- en hypotheekhouders en executanten. Het voorstel regelt dat de pand- of hypotheekhouder of executant die zich verhaalt op de opbrengst van een zaak, aansprakelijk wordt voor het bedrag dat ter zake van die levering aan btw is verschuldigd. De nieuwe bepaling zorgt ervoor dat pand- en hypotheekhouders en executanten die zich hebben verhaald op het gedeelte van de opbrengst dat betrekking heeft op de btw dat gedeelte voortaan moeten afstaan aan de Belastingdienst als die belastingschuldige niet zelf de btw betaalt. Het gaat om die gevallen waarin de verleggingsregeling niet van toepassing is.

Publicatiedatum: 20 september 2017


Deel dit nieuwsbericht