Voorstellen stamrechtvrijstelling aangescherpt

Voorstellen stamrechtvrijstelling aangescherpt

De staatssecretaris van Financiën heeft op 21 oktober 2013 de Nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2014 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin geeft de staatssecretaris een toelichting op de vragen die zijn gesteld door de leden van de Tweede Kamer.

Eerder berichtten we dat op basis van de voorstellen van het Belastingplan 2014 de stamrechtvrijstelling per 1 januari 2014 wordt afgeschaft. Voor op 31 december 2013 bestaande aanspraken blijft de huidige regeling van de stamrechtvrijstelling gelden. De vraag die in de praktijk speelt, is de uitleg van het begrip ‘bestaande aanspraken’.

In de Nota naar aanleiding van het verslag wordt opgemerkt dat het kabinet naar aanleiding van vragen maar ook om anticipatie te beperken, heeft besloten om de oorspronkelijke voorstellen aan te passen. Het kabinet heeft het oorspronkelijke voorstel aangevuld met de vereiste dat de werkgever het ter financiering van het recht op periodieke uitkeringen verschuldigde bedrag vóór 15 november 2013 heeft overgemaakt. Dit betekent dat wil een werknemer gebruik maken van de 80%-regeling, de werkgever de ontslagvergoeding vóór 15 november 2013 moet hebben overgemaakt naar de uitvoerder.

Het is goed mogelijk dat het kabinet binnenkort nadere voorstellen zal doen ter verdere beperking van anticipatie. Een voorstel zou kunnen zijn dat de daadwerkelijke beëindiging van de dienstbetrekking niet verder in 2014 mag zijn gelegen, dan de duur van de opzegtermijn. Dit is gissen, maar niet ondenkbaar.

Mocht u meer willen weten over de toepassing van de stamrechtvrijstelling of fiscale aspecten van een ontslagvergoeding, neem gerust contact met ons op.

Publicatiedatum: 24 oktober 2013


Deel dit nieuwsbericht