Voorwaardelijk opzet ten aanzien van onjuiste belastingaangifte
Salaris ontvangen waarop loonheffing wordt ingehouden en
deze inkomsten in de aangifte inkomstenbelasting verantwoorden als ‘winst uit
ondernemer’ en dan ondernemersaftrek, S&O aftrek en MKB-vrijstelling
claimen. Als fiscalist die zo’n aangifte inkomstenbelasting voor zichzelf
indient, heeft dan wel wat uit te leggen. Dat vond de Belastingdienst ook en
legde naar aanleiding van een boekenonderzoek een navorderingsaanslag op met
een vergrijpboete. Deze vergrijpboete onderbouwde de Belastingdienst door te
stellen dat sprake is van het opzettelijk indienen van een onjuiste of
onvolledige aangifte.
Opzet is het willens en wetens handelen of nalaten. Onder opzet wordt ook verstaan 'voorwaardelijk opzet', dat is het willens en wetens aanvaarden van de reële kans dat een handelen of nalaten tot gevolg heeft dat de verschuldigde belasting niet is betaald. De Belastingdienst stelde dat sprake is van voorwaardelijk opzet en onderbouwt dat met de constatering dat de fiscalist looninkomsten als winst uit onderneming heeft aangegeven en daarnaast S&O aftrek geclaimd, terwijl hij wist, althans had moeten weten, dat hij niet als ondernemer voor de inkomstenbelasting kwalificeerde en wist dat hij niet over de vereiste S&O verklaring beschikte. Als fiscaal jurist wist of had hij behoren te weten dat door deze handelswijze te weinig belasting zou worden geheven. Rechtbank Noord-Holland acht de Belastingdienst in het bewijs van voorwaardelijk opzet geslaagd, zo blijkt uit een uitspraak van 26 januari 2022, gepubliceerd op 2 februari 2022,
Op 4 februari 2022 heeft de Hoge Raad ook een arrest
gewezen over voorwaardelijk opzet in relatie tot het te weinig afdragen van belasting. Het ging om een autohandelaar die te weinig omzetbelasting had
afgedragen. De vraag is of de autohandelaar willens en wetens de reële kans heeft
aanvaard dat zijn handelen of nalaten tot gevolg heeft dat de verschuldigde
belasting niet is betaald? Waar Gerechtshof ’s-Hertogenbosch nog eerder
oordeelde dat sprake was van voorwaardelijk opzet, vernietigt de Hoge Raad nu deze
uitspraak. De Hoge Raad is van mening dat de autohandelaar geen bewuste fouten
heeft gemaakt. Deze bewustheid is volgens de Hoge Raad vereist bij
voorwaardelijk opzet.
Voor voorwaardelijk opzet lijkt dus vereist dat de belastingplichtige wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat hij te weinig belasting betaalt en dat hij deze kans bovendien bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen). Kortom, er moet bewustheid van de onjuistheid zijn.
Publicatiedatum: 15 februari 2022
Deel dit nieuwsbericht