Voorzieningenrechter ziet geen spoedeisend belang inzake VAR-loon voor verzorgende

Voorzieningenrechter ziet geen spoedeisend belang inzake VAR-loon voor verzorgende

Op 19 december 2013 heeft de voorzieningenrechter van Rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat er geen sprake was van een spoedeisend belang bij het verzoek van een verzorgende om herziening van de wijziging van zijn VAR-winst uit onderneming (wuo) in een VAR-loon door de Belastingdienst. Volgens de voorzieningenrechter was onvoldoende komen vast te staan dat de gestelde financiële problemen veroorzaakt worden door de wijziging van de VAR.

Dezelfde voorzieningenrechter heeft op 27 februari 2014 een nieuwe uitspraak gedaan over een verzorgende die voor 2014 een VAR-loon had gekregen van de Belastingdienst en die een VAR-wuo verlangde. Voor 2013 had zij wel een VAR-wuo ontvangen. De verzorgende stelde dat, nu zij niet meer beschikt over een VAR wuo, zij niet of nauwelijks meer wordt ingeschakeld door de bemiddelingskantoren. De voorzieningenrechter ziet ook in deze zaak geen reden om bij wijze van voorlopige voorziening de verzorgende alsnog een VAR-wuo toe te kennen. Hij acht een financiële noodsituatie niet aannemelijk. Mocht dit wel het geval zijn, dan worden deze financiële problemen niet veroorzaakt door de VAR-loon, maar door het risicomijdend gedrag van de bemiddelingskantoren in de zorg.

Publicatiedatum: 07 maart 2014


Deel dit nieuwsbericht